C-407/14 Arjona Camacho

Contentverzamelaar

C-407/14 Arjona Camacho

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   16 oktober 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   2 november 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   2 december 2014
Trefwoorden: sociale zekerheid; gelijke behandeling (arbeid/beroep)

Onderwerp
Richtlijn 2006/54/EG van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep

Verzoekster María Auxiliadora Arjona Camacho werkt sinds juli 2012 bij verweerster Securitas Seguridad España als bewaakster in een penitentiaire instelling. Begin 2014 vraagt zij ‘tijdelijke arbeidsongeschiktheid wegens een andere dan een beroepsziekte’ omdat zij leed aan misselijkheid door haar zwangerschap. Zij was eind 2013 medisch behandeld om zwanger te worden. Begin februari 2014 gaat zij weer vol aan het werk. De verzekeringsmaatschappij van verweerster (Mutua) meent echter dat het werk een negatieve invloed kan hebben op verzoeksters gezondheidstoestand en/of die van het kind. Mutua besluit dan ook haar vanaf begin februari een volledige uitkering wegens risico voor de zwangerschap toe te kennen. Verzoekster krijgt echter later die maand een miskraam waardoor zij tot begin maart arbeidsongeschikt is. Op 24 april wordt zij ‘op staande voet’ ontslagen. Verzoekster is van mening dat de reden voor haar ontslag is dat zij haar collega’s verschillende malen heeft kenbaar gemaakt door te blijven gaan met haar pogingen zwanger te worden, en zij vanaf 21 april campagne voerde voor een onafhankelijke vakcentrale wegens de aankomende verkiezingen voor werknemersvertegenwoordigers.
Op de datum van haar ontslag blijkt verzoekster opnieuw zwanger maar 28 mei volgt opnieuw een miskraam. Zij is het niet eens met haar ontslag en stelt een vordering in tegen de werkgever (nietigheid ontslag zowel wegens haar op de dag van ontslag vastgestelde zwangerschap als wegens schending van fundamentele rechten als vrijheid van vereniging/vergadering, en schadevergoeding) nadat een bemiddelingspoging zonder succes blijft.

Volgens de verwijzende SPA rechter (Sociale Rb Córdoba) is in het SPA recht (na een herstelprocedure) geregeld dat schadevergoeding bij ontslag dient om het slachtoffer te compenseren en voor zover mogelijk volledig terug te brengen in de situatie waarin het vóór de schending verkeerde. Het gaat hem dan ook niet om de vraag of er een schadevergoeding moet komen, maar om vaststelling van de hoogte van het bedrag. Hij legt het HvJEU de volgende vraag voor:
“Kan artikel 18 van richtlijn 2006/54/EG, dat bepaalt dat de compensatie voor het slachtoffer van discriminatie op grond van geslacht afschrikkend moet zijn (naast reëel, effectief en evenredig aan de geleden schade), aldus worden uitgelegd dat de nationale rechter op grond daarvan werkelijk aanvullend een privaatrechtelijke boete kan opleggen waarvan de hoogte redelijk is, dat wil zeggen een aanvullend bedrag dat weliswaar verder gaat dan de volledige reparatie van de door het slachtoffer werkelijk geleden schade, maar (behalve voor de schadeveroorzaker) ook als voorbeeld dient voor anderen, mits dat bedrag niet onevenredig hoog is, ook al kent de rechtstraditie van die nationale rechter geen privaatrechtelijke boetes?”

Specifiek beleidsterrein:
SZW

Gerelateerde documenten