C-408/14 Wojciechowski
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
Termijnen: Motivering departement: 14 oktober 2014 (Concept-) schriftelijke opmerkingen: 30 oktober 2014 Schriftelijke opmerkingen: 30 november 2014 Trefwoorden: sociale zekerheid (pensioenen); EU-ambtenaar; beginsel loyale samenwerking; handvest grondrechten
Onderwerp - VEU artikel 4 lid 3 (loyale samenwerking) - Handvest grondrechten artikel 34 (recht op toegang tot socialezekerheid) - Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
Aliny Wojciechowski (verzoekster, geboren 1948) is BEL staatsburger. Zij werkt vanaf 1965 tot 1977 als werkneemster in BEL en sinds 1977 als ambtenaar bij de EURCIE tot december 2011. Sindsdien ontvangt zij volledig pensioen van de EURCIE. In april 2013 bereikt zij de in BEL wettelijke pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Sinds 1 mei 2013 ontvangt zij een rustpensioen van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP, verweerster) op grond van de BEL regeling. Verzoekster komt op tegen de wijze van berekening door de RVP. Gezien de cumulatie van haar EURCIE-pensioen met het rijkspensioen is de regel toegepast dat de eenheid van loopbaan niet meer dan 45 jaar mag bedragen. Op grond daarvan is haar loopbaan met 10 jaar verminderd. Bij een latere beschikking is haar rustpensioen zelfs geheel geschrapt omdat dit bij vergissing was toegekend. Haar EURCIE-pensioen zou betekenen dat verzoekster volledige pensioenrechten geniet in de zin van de BEL wetgeving. Verzoekster betwist de beschikkingen van de RVP en verzoekt de ArbeidsRb dat de RVP wordt veroordeeld om haar een rustpensioen toe te kennen dat is berekend op basis van een loopbaanbreuk van 13/45ste (de jaren als BEL werkneemster tussen 1965 - 1977). Zij meent dat de BEL regeling (beginsel van eenheid van loopbaan) niet op haar situatie van toepassing is, maar de RVP is het daar niet mee eens: ook personen die een ‘gemengde loopbaan’ hebben waarvan een deel bij de EUR instellingen, vallen onder de BEL regeling.
De verwijzende BEL rechter (Arbeidsrechtbank Brussel) constateert dat verzoekster geen gebruik heeft gemaakt van haar wettelijke recht tot overdracht van verworven pensioenrechten. In tegenstelling tot hetgeen verzoekster stelt oordeelt hij dat de voor ambtenaren van de EURCIE geldende regeling is opgenomen in het BEL KB, zodat dit wel op haar situatie van toepassing is. Zij kan geen beroep doen op Vo. 883/2004 omdat zij geen migrerend werknemer is. De rechter vraagt zich echter af of de BEL regeling een belemmering kan betekenen voor aanwerving van personeelsleden door de EURinstellingen, en legt daarom het HvJEU de volgende vraag voor: “Verzetten het beginsel van loyale samenwerking en artikel 4, lid 3, VEU enerzijds, en artikel 34, lid 1, van het Handvest van de grondrechten anderzijds, zich ertegen dat een lidstaat een rustpensioen dat op grond van overeenkomstig de wettelijke regeling van die lidstaat vervulde prestaties aan een werknemer is verschuldigd, vermindert of weigert, wanneer het totaal aantal loopbaanjaren die in die lidstaat en bij de Europese instellingen zijn vervuld, de eenheid van de loopbaan van 45 jaar, als bedoeld in artikel 10 bis van koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, overschrijdt?”
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-293/03 My Specifiek beleidsterrein: BZK mede SZW