C-414/19 Eurowings

Contentverzamelaar

C-414/19 Eurowings

Prejudiciële hofzaak


Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik
hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement: 9 augustus 2019
Schriftelijke opmerkingen: 26 september 2019

Trefwoorden : Luchtvaart, compensatie

Onderwerp :

- Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91

 

Feiten:

Verzoekers hadden een reis met twee deeltrajecten, namelijk Cancun-Köln/Bonn waarna Köln/Bonn-München plaats zou vinden. De eerste vlucht is gewoon doorgegaan, maar de tweede is door Eurowings (verweerster) geannuleerd, waarop zij aan verzoekers €250,- heeft uitgekeerd op grond van artikel 5 en 7 van verordening 261/2004. Verzoekers vorderen een aanvullend bedrag van €350,- omdat volgens hen ook het voorgaande traject in de afstand moet worden meegewogen.

 

Overweging:

Middels zijn vraag wil de verwijzende rechter weten of de eerste vlucht van het deeltraject, welke niet is geannuleerd, ook in de berekening van de compensatie voor annulering van de tweede vlucht mee moet worden genomen. Deze vraag is tot nu toe niet door het Hof beantwoord.

 

Prejudiciële vraag:

1) Moeten bij de bepaling van de afstand van een uit meerdere deeltrajecten bestaande vlucht volgens artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 261/2004 [van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91], ook aanvoervluchten in aanmerking worden genomen die niet zijn getroffen door de storing die is opgetreden bij een rechtstreekse aansluiting?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-559/16; C-537/17; C-581/10 en C-629/10

Specifiek beleidsterrein: EZK, IenW