C-421/13 Apple

Contentverzamelaar

C-421/13 Apple

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   16 september 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   2 oktober 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   2 november 2013
Trefwoorden: merkenrecht

Onderwerp:
Richtlijn 2008/95/EG van het EP en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (Pb L 299, blz. 25).

Apple (verzoekster) vraagt uitbreiding van de bescherming van haar op 10 november geregistreerd driedimensioneel internationaal merk ‘steel gray and light brown’ tot DUI, voor klasse 35, met als omschrijving ‘Het merk bestaat uit een onderscheidend teken en uit de inrichting van een detailhandelszaak’. Het DUI merkenbureau weigert bij besluit van 24-01-2013 de inschrijving op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. Apple gaat tegen dat besluit in beroep.

De verwijzende DUI rechter (Bundespatentgericht) stelt vast dat de uitkomst van het beroep afhangt van de uitlegging van de artikelen 2 en 3 van de richtlijn. De vraag of een driedimensionele vorm van een winkelinrichting als merk voor diensten van detailhandelszaken kan worden beschermd is niet wettelijk geregeld en tot dusver in DUI evenmin beantwoord in de rechtspraak. Het in punt 8 van de considerans van de richtlijn gestelde doel dat in alle lidstaten gelijke voorwaarden voor de verkrijging van het recht op een ingeschreven merk gelden, maakt een beslissing van het HvJEU noodzakelijk. Hij stelt de volgende vragen:
1. Moet artikel 2 van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat met de mogelijkheid van bescherming van „verpakking” van waren ook de presentatie wordt bedoeld die een dienst belichaamt?
2. Moeten artikel 2 en artikel 3, lid 1, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat een teken dat de presentatie weergeeft die een dienst belichaamt, als merk kan worden ingeschreven?
3. Moet artikel 2 van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat aan het vereiste van grafische voorstelling is voldaan door een uitgetekende voorstelling alleen of met aanvullingen zoals een beschrijving van de presentatie of absolute groottes in meter of relatieve groottes met schaalaanwijzing?
4. Moet artikel 2 van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat de draagwijdte van de bescherming van het dienstmerk voor de detailhandel zich ook uitstrekt tot de door detailhandelaren zelf geproduceerde waren?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-561/11 FCI
Specifiek beleidsterrein: EZ

Gerelateerde documenten