C-442/13 Nagy

Contentverzamelaar

C-442/13 Nagy

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraken
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   30 september 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   16 oktober 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   16 november 2013
Trefwoorden: EEX (alimentatie)

Onderwerp
Verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (Pb 2009, L 7, blz. 1)

Sarah Nagy (‘verzoekster’, geboren 13-10-2004) is de dochter van Marcel Nagy, verweerder. Sarah woont bij haar moeder Martina. Alle drie zijn TSJ staatsburger maar woonachtig in OOS.
In 2011 dient de vader in HON een verzoek tot echtscheiding in en vraagt de Rb om te bevorderen dat het kind bij de moeder zal wonen, door haar volledig wordt opgevoed en verzorgd, en vaststelling van het alimentatiebedrag op € 70 per maand om reden dat het gezin in werkelijkheid sinds februari in HON verblijft.
De verantwoordelijke OOSaut (jeugdzorg) stellen bij verzoekschrift in december 2011 bij een OOS Rb dat het alimentatiebedrag op € 240 per maand moet worden vastgesteld. De vader is sinds april 2010, vanaf welke datum het paar gescheiden leeft, zijn onderhoudsverplichtingen niet meer nagekomen. De OOS Rb honoreert deze eis zonder de vader verder te horen. Hij gaat dan ook in hoger beroep stellende dat de zaak reeds in HON aanhangig. De rechter volgt hem en vernietigt de eerdere beslissing. De HON rechter hadden inmiddels een door de moeder opgeworpen exceptie van territoriale onbevoegdheid verworpen. De zaak is daar nog lopende.
De OOSaut krijgen toestemming voor een herzieningsprocedure omdat er nog geen rechtspraak is met betrekking tot Vo. 4/2009. Het OOS hooggerechtshof beslist in juni 2013 wijst de exceptie van litispendentie van de vader af voor zover die betrekking heeft op het alimentatiebedrag. Voor het overige wordt de zaak aangehouden tot de beslissing van de HON Rb in kracht van gewijsde is getreden.

De verwijzende OOS rechter (Oberste Gerichtshof) wil zekerheid hebben over de interpretatie van het in de Vo. opgenomen begrip ‘tussen dezelfde partijen’. In HON speelt de echtscheidingszaak waarin het kind geen partij is, maar wel in de zaak over de onderhoudsverplichting in OOS. Aangezien het HvJEU hierover nog een ondubbelzinnig antwoord heeft gegeven stelt hij het HvJEU de volgende vragen:
1. Zijn twee zaken aanhangig „tussen dezelfde partijen” in de zin van artikel 12 van verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (PB 2009, L 7, blz. 1), wanneer in de ene zaak het kind voor het verleden en het heden alimentatie vordert van zijn vader, terwijl de vader in een andere zaak – een echtscheidingszaak – verzoekt dat zijn alimentatieverplichting ten opzichte van het kind en zijn uitkering aan de moeder wordt vastgesteld voor de periode na de echtscheiding?
2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, rijst de volgende vraag:
Wanneer de onderhoudsgerechtigde in de ene zaak verzoekt om betaling van de lopende onderhoudsschuld en de onderhoudsplichtige in een andere zaak verzoekt om vaststelling van het alimentatiebedrag dat hij vanaf een bepaald tijdstip in de toekomst zal moeten uitkeren, hebben die verzoeken dan vanaf dat toekomstige tijdstip „hetzelfde onderwerp” en „dezelfde oorzaak” in de zin van artikel 12 van de verordening?

Specifiek beleidsterrein: VenJ

Gerelateerde documenten