C-445/17 Pilato

Contentverzamelaar

C-445/17 Pilato

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:    15 september 2017
Schriftelijke opmerkingen:                    1 november 2017

Trefwoorden: (gecombineerde) nomenclatuur; lijkwagens

Onderwerp:
-           Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek;
-           Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief.

Feiten:

Verweerder (vennootschap Pilato SpA) heeft op 20.08.2013 bij verzoeker (de Italiaanse agentschap douane en staatsmonopolies) een verzoek ingediend om bindende tariefinlichtingen (hierna: BTI) met het oog op de indeling van een begrafenisvoertuig op diesel in de post NC 8704 90 00 onder ‘automobielen voor goederenvervoer’. Op 02.12.2013 heeft verzoeker de BTI afgegeven waarbij de lijkwagen is ingedeeld in de post NC 8703 32 90, onder ‘automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer […]’. Verweerder heeft op 26.02.2014 beroep ingesteld en de belastingrechter in eerste aanleg heeft het beroep bij vonnis toegewezen. De centrale directie wetgeving en douaneprocedures van verzoeker heeft op 13.01.2017 een hoger beroepschrift ingediend, waarbij dit agentschap herziening van het vonnis vordert. Verzoeker stelt dat verwezen moet worden naar de toelichtingen op het geharmoniseerde systeem van de Werelddouaneorganisatie, volgens welke onder post 8703 ook ‘bijzondere vervoersmiddelen, bijvoorbeeld ambulances, gevangenentransportvoertuigen en begrafenisvoertuigen’ moeten worden begrepen. Verweerder is in rechte verschenen en heeft herhaald dat de lijkwagen geen van de kenmerken die typisch zijn voor automobielen bestemd voor personenvervoer heeft en dat er in de toelichtingen op de Europese nomenclatuur geen melding gemaakt wordt van lijkwagens als voorbeeld van een zaak die in post NC 8703 moet worden ingedeeld.

Overweging:

Het Hof heeft in zijn beschikking (C-206/03) onder meer geoordeeld: “Volgens vaste rechtspraak moet in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in beginsel worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen zoals deze in de tekst van de GN-posten zijn omschreven”. Hoewel verwijzende rechter van oordeel is dat lijkwagens in post 8704 zouden moeten worden ingedeeld, wordt het Hof overeenkomstig het verzoek van de belastingplichtige verzocht subsidiair te beoordelen of de indeling onder post NC 8705 (‘automobielen voor bijzondere doeleinden, andere dan die hoofdzakelijk ontworpen voor het vervoer van personen of van goederen’) juist is.

Prejudiciële vragen:

Moet post NC 8704 van de gecombineerde nomenclatuur aldus worden uitgelegd dat daaronder ook lijkwagens vallen? Indien de eerste prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord: moeten lijkwagens worden ingedeeld onder post NC 8705 of NC 8703?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: SmithKline Beecham C-206/03;

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal
 

Gerelateerde documenten