C-452/20 Agenzia delle dogane e dei monopoli et Ministero dell'Economia e delle Finanze 

Contentverzamelaar

C-452/20 Agenzia delle dogane e dei monopoli et Ministero dell'Economia e delle Finanze 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     18 november 2020
Schriftelijke opmerkingen:                     4 januari 2021

Trefwoorden : tabak; schorsen vergunning; bescherming volksgezondheid;

Onderwerp :

•          Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG;

Feiten:

PJ (verzoeker) is de eigenaar van een verkooppunt van monopoliegoederen. In februari 2016 heeft de ‘Agenzia delle dogane e dei monopoli’ naar aanleiding van een controle vastgesteld dat verzoeker sigaretten aan een minderjarige heeft verkocht. Bijgevolg heeft zij verzoeker op grond van de litigieuze bepaling een administratieve geldboete van 1000 EUR opgelegd en de vergunning voor het uitoefenen van zijn activiteiten gedurende 15 dagen geschorst. Verzoeker heeft de hem opgelegde administratieve geldboete betaald en beroep ingesteld tegen de schorsing van zijn vergunning.

Overweging:

Volgens de verwijzende rechter heeft het Hof zich nog niet eerder uitgelaten over de aspecten van de regeling van richtlijn 2014/40 die relevant zijn voor het geschil. De verwijzende rechter is van oordeel dat in de beschreven context van het Unierecht – waarin een afweging van de conflicterende rechten is gemaakt ten gunste van het recht op gezondheid van de minderjarige, en waarin aan elke staat de bevoegdheid is toegekend het instrument om dat doel te bereiken, dat evenredig moet zijn aan het recht van de ondernemer om zijn bedrijfsactiviteit te verrichten, in een afschrikkende en doeltreffende sanctie om te zetten – de keuzen van de Italiaanse wetgever volledig in overeenstemming lijken te zijn met de rechtsorde van de EU.

Prejudiciële vragen:

Maakt artikel 25, lid 2, van regio decreto (koninklijk besluit) nr. 2316 van 24 december 1934, zoals vervangen bij artikel 24, lid 3, van decreto legislativo (wetsbesluit) nr. 6 van 2016 (houdende omzetting van richtlijn 2014/40/EU betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van richtlijn 2001/37/EG) – voor zover daarin is bepaald dat ,[a]an personen die tabaksproducten, elektronische sigaretten, navulverpakkingen die nicotine bevatten of nieuwsoortige tabaksproducten verkopen of verstrekken aan personen jonger dan 18 jaar, [...] een administratieve geldboete van 500,00 tot 3 000,00 EUR [wordt] opgelegd en hun vergunning voor de uitoefening van deze activiteit gedurende 15 dagen [wordt] geschorst’ – inbreuk op de Unierechtelijke beginselen van evenredigheid en voorzorg die volgen uit artikel 5 VEU, artikel 23, lid 3, van richtlijn 2014/40 alsook de overwegingen 21 en 60 van deze richtlijn, door voorrang te geven aan het voorzorgsbeginsel zonder het te temperen met het evenredigheidsbeginsel, en aldus de belangen van ondernemers op onevenredige wijze op te offeren ten gunste van de bescherming van het recht op gezondheid, waardoor geen goed evenwicht tussen de grondrechten wordt gegarandeerd, temeer daar hiervoor een sanctie wordt gebruikt waarmee, in strijd met overweging 8 van de richtlijn, het doel het roken onder jongeren te ontmoedigen niet doeltreffend wordt nagestreefd?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Presidenza del Consiglio dei Ministri e.a. (C-78/16); Presidenza del Consiglio dei Ministri e.a. (C-79/16); (C-224/01); Traghetti del Mediterraneo (C-173/03); Commissie/Italië (C-379/10);

Specifiek beleidsterrein: EZK; VWS;