C-464/13 en C-465/13 Oberto ea

Contentverzamelaar

C-464/13 en C-465/13 Oberto ea

Gevoegde prejudiciële Hofzaken

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraken
Klik op C-464/13 en C-465/13 voor de volledige dossiers van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   15 oktober 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   1 november 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   1 december 2013
Trefwoorden: bevoegdheid rechter (arbeidsovereenkomst Europese school)

Onderwerp: - Statuut van de Europese scholen van 21 juni 1994 (SES)

C-464/13
In deze zaak is verzoekster Silvana Oberto docente bij verweerster, de Europese School in München (ESM). Zij heeft een procedure aangespannen tegen haar werkgeefster wegens de beperking van de duur van haar aanstelling. De vraag is dan of verweerster aan de rechtsmacht van de DUI rechter is onderworpen omdat zij een onderwijsinstelling is die haar oorsprong vindt in 1957 toen de Europese scholen werden opgericht door BEL, DUI, FRA, ITA, LUX en NL. In deze zaak gaat het over het Statut des abgeordneten Personals des Europäischen Schulen (‘StaPES’). In het StaPes is een rechtsgrondslag geschapen om docenten met een beperkte leeropdracht aan te stellen. Oberto werkt bij ESM vanaf 01-09-1998 op basis van jaarcontracten. In een paragraaf van de aanstelling wordt de werking van het DUI recht beperkt, en aangegeven dat de ES(M) immuniteit geniet ten aanzien van de nationale jurisdictie.
Verzoekster start een procedure tegen de beperking van haar aanstellingsduur. Zij meent dat de beoordeling van de geldigheid van de beperkingen van haar aanstelling wel onder de bevoegdheid van de DUI rechter valt en vraagt de rechter vast te stellen dat haar contract niet per eind augustus 2010 is geëindigd. ESM blijft erbij dat de DUI rechter ,ook voor het hier gevraagde, onbevoegd is.

De verwijzende DUI rechter (Bundesarbeitsgericht) zal moeten beoordelen of de tussen partijen gesloten overeenkomst inzake de beperking van de aanstellingsduur valt onder de geschillen als bedoeld in artikel 27, lid 2, eerste volzin, SES. De rechter heeft dan ook nadere uitlegging nodig van de eerste volzin, en stelt daartoe het HvJEU de volgende vragen:
1. Moet artikel 27, lid 2, eerste volzin, van het Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen van 21 juni 1994 (hierna: „SES”) aldus worden uitgelegd dat door een Europese School aangestelde docenten met een beperkte leeropdracht, die niet door de lidstaten gedetacheerd worden, vallen onder de in het verdrag bedoelde personen en niet – zoals het administratief en dienstpersoneel – van de toepassing van de regeling zijn uitgesloten?
2. Indien het Hof de eerste vraag bevestigend beantwoordt:
Moet artikel 27, lid 2, eerste volzin, SES aldus worden uitgelegd dat de regeling zich ook uitstrekt tot de rechtmatigheid van bezwarende besluiten die de directeur van een school in de uitoefening van zijn bevoegdheden krachtens dit verdrag neemt tegen de docenten met een beperkte leeropdracht en die op het Verdrag of de in het kader hiervan vastgestelde voorschriften berusten?
3. Indien het Hof de tweede vraag bevestigend beantwoordt:
Moet artikel 27, lid 2, eerste volzin, SES aldus worden uitgelegd dat ook het sluiten van een overeenkomst tussen de directeur van een Europese school en een docent met een beperkte leeropdracht ter zake van de beperking van de aanstellingsduur van laatstgenoemde, een ten aanzien van die docent genomen en hem bezwarende besluit van de directeur vormt?
4. Indien het Hof de tweede of de derde vraag ontkennend beantwoordt:
Moet artikel 27, lid 2, eerste volzin, SES aldus worden uitgelegd dat de hierin bedoelde kamer van beroep bij uitsluiting bevoegd is om, nadat de bestuurlijke procedure is doorlopen, in eerste en laatste instantie uitspraak te doen in geschillen betreffende de beperking van de duur van een arbeidsovereenkomst die de directeur van een school met een docent met een beperkte leeropdracht sluit, wanneer deze overeenkomst in doorslaggevende mate berust op het voorschrift van de raad van bestuur in punt 1.3 van het Statuut van de na 31 augustus 1994 aangestelde docenten met een beperkte leeropdracht (Statut der nach dem 31. August 1994 eingestellten Lehrbeauftragten („StaLES”)), inhoudende dat de duur van de arbeidsovereenkomsten tot een jaar is beperkt?

C-465/13
In deze zaak is verzoekster Barbara O’Leary. De feiten komen overeen met die in zaak C-464/13, en motivering van de verwijzing en de prejudiciële vraag zijn gelijk aan die in C-464/13.

Specifiek beleidsterrein: OCW
Mede VenJ

Gerelateerde documenten