C-471/13 Link

Contentverzamelaar

C-471/13 Link

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   17 oktober 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   3 november 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   3 december 2013
Trefwoorden: luchtvaart; compensatie luchtvaartpassagiers

Onderwerp

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het EP en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91

In deze zaak reizen we van Palma de Mallorca naar Frankfurt/M met een vlucht van Condor, verweerster in de procedure. De terugreis op 13 juni 2012 van Peter Link en zijn echtgenote staat gepland voor 08.10 uur, e.t.a. 10.30 uur in Frankfurt voor een vlucht van minder dan 1500 km. Toen (uiteindelijk) bleek dat het vliegtuig niet voor 21.00 uur zou gaan vertrekken heeft verzoeker, wegens een niet te missen afspraak, zelf voor eigen rekening een terugvlucht bij Lufthansa geregeld. De door Condor uit te voeren vlucht bereikte pas om 23.29 uur de eindbestemming.
Verzoeker doet een beroep op de compensatieregeling. Hij stelt dat het verwijt van verweerster dat hij vrijwillig een vervangende vlucht heeft genomen geen rol mag spelen.

Voor de verwijzende DUI rechter (Amtsgericht Rüsselsheim) is beslissend of de door het HvJEU met name in de zaken C-402/07 en C-432/07 Sturgeon, C-581/10 Nelson, C-629/10 TUI Travel en C-11/11 Folkerts gemaakte toepassing naar analogie van de artikelen 6 en 7 van de verordening inzake een aanspraak op compensaties ook hier geldt. Hij stelt het Hof de volgende vragen:
1. Kan ook aanspraak op compensatie naar analogie van de artikelen 6 en 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 worden gemaakt wanneer de aankomst van de door de passagiers oorspronkelijk geboekte vlucht met meer dan drie uur is vertraagd, de passagiers evenwel inmiddels – na een reeds grote vertrekvertraging – vrijwillig, zelfstandig en voor eigen rekening bij een andere luchtvaartonderneming hadden gezorgd voor een vervangingsvlucht en dus niet de oorspronkelijk geboekte vlucht hebben genomen, waarbij de passagiers met de vervangingsvlucht in de luchthaven van bestemming zijn aangekomen met meer dan drie uur vertraging dan was gepland als aankomsttijd van de oorspronkelijk geboekte vlucht?
2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: is het voor het ontstaan van aanspraak naar analogie van de artikelen 6 en 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 beslissend dat de vrijwillige en zelfstandige keuze voor een vervangingsvlucht met een andere luchtvaartonderneming gebeurt op een tijdstip waarop de vertraging reeds vijf uur overeenkomstig de artikelen 6, lid 1, sub c-iii, en 8, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 261/2004 bedraagt?

Specifiek beleidsterrein: IenM
Mede EZ

Gerelateerde documenten