C-471/17

Contentverzamelaar

C-471/17

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:    21 september 2017
Schriftelijke opmerkingen:                    07 november 2017

Trefwoorden: gecombineerde nomenclatuur; douanerechten; noedels

Onderwerp:
-           Verordening (EEG) nr. 2658/87 van des Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief zoals gewijzigd bij uitvoerings-verordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 (gecombineerde nomenclatuur hierna: GN);
-           Verordening (EG) nr. 635/2005 van de Commissie van 26 april 2005 tot indeling van bepaalde goederen in de GN;
-           Uitvoeringsverordening (EU) nr. 767/2014 van de Commissie van 11 juli 2014 tot indeling van bepaalde goederen in de GN;
-           Toelichtingen van de Europese Commissie op de GN van 4 maart 2015 (hierna: GN-Toelichtingen van 2015).

Feiten:

Verzoekster importeert instantnoedelgerechten in plastic verpakkingen met een inhoud van 60 g, die een blok gebakken instant noedels en een of meer plastic zakjes met ingrediënten bevatten. Volgens het op de verpakking vermelde bereidingsvoorbeeld, wordt bij de inhoud van de verpakking ongeveer 320 ml water gevoegd. De noedels kunnen echter ook zonder verdere bereiding wordt genuttigd. Voor de afrekeningsperiode januari 2013 deelde verweerster (Hauptzollamt Hannover) de goederen in onder GN-postonderverdeling 1902 3010 en stelde zij op die grondslag de douanerechten vast. Daar verzoekster van mening is dat de goederen in GN-postonderverdeling 1902 3090 moeten worden ingedeeld, heeft zij, na zonder succes bewaar te hebben gemaakt, beroep ingesteld bij de verwijzende rechter.

Overweging:

In het onderhavige geding gaat het enkel om de vraag of gebakken/gefrituurde noedels „gedroogd” zijn in de zin van GN-onderverdeling 1902 3010. Het begrip ‘gedroogd’ wordt in de GN veelvuldig gebruikt, doch wordt nergens gedefinieerd. Het woord ‘gefrituurd’ komt in de GN niet voor. Het woord ‘gedroogd’ duidt erop dat de producten een bewerking moeten hebben ondergaan waarbij zij vocht hebben verloren. De vraag rijst derhalve of bakken/frituren een dergelijke drogingsmethode is. Droging van levensmiddelen
vormt gewoonlijk een methode voor het houdbaar maken. Deze moet worden onderscheiden van garingsmethoden (bijvoorbeeld koken, grillen, braden), waartoe ook bakken/frituren behoort. Op grond daarvan kunnen gebakken/gefrituurde (of gegrilde of gebraden) deegwaren nooit gedroogd zijn, omdat bakken/frituren een methode voor het garen is en niet een drogingsmethode. De door de verwijzende rechter voorgestane opvatting van het begrip ‘gedroogd’ wordt gestaafd door het feit dat een aantal andere gebakken levensmiddelen, te weten gebakken erwten en gebakken bananen, in de GN niet als gedroogde waren zijn ingedeeld.

Prejudiciële vragen:

Zijn gebakken noedels „gedroogde” deegwaar in de zin van GN-postonderverdeling 1902 3010?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Grofa C-435/15 en C-666/15; Panasonic Italia e.a. C-472/12.

Specifiek beleidsterrein: FIN(-fiscaal)