C-480/13 Sysmex Europe

Contentverzamelaar

C-480/13 Sysmex Europe

Prejudiciële Hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   24 oktober 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   10 november 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   10 december 2013
Trefwoorden: douaneindeling; gecombineerde nomenclatuur

Onderwerp
- Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004 (Gecombineerde Nomenclatuur ‒ GN);
- Uitvoeringsverordening (EU) nr. 827/2011 van de Commissie van 12 augustus 2011 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (Pb L 211, blz. 9)

Verzoekster importeert een vloeistof die gebruikt wordt voor het onderzoek van witte bloedlichaampjes. Volgens publicatie van verzoekster functioneert de stof als volgt: “Stromatolyser-4DS is een polymethine-fluorescente kleurstof die nucleïnezuren in de kern en het cytoplasma van de leukocyten kleurt, waardoor conclusies kunnen worden getrokken met betrekking tot de celactiviteit en de rijpheid.”
Verzoekster geeft de stof (juli 2005) aan onder codenummer 3822.0000 00 0, waarvoor het douanerecht 0% is. Douanekantoor Hamburg (verweerder) denkt daar (in 2007) echter anders over, deelt de stof in onder 3926 9099 90 0 waarvoor 6,5% rechten verschuldigd zijn en stelt een navorderingsbesluit vast.
Verzoekster gaat tegen dat besluit in beroep. Zij vraagt in mei 2009 bij de NL douane om een bindende tariefinlichting (BTI) waarbij de indeling wordt vastgesteld op post 3822. Maar nadat uitvoeringsVo. 827/2011 is vastgesteld, waarbij een polymethinekleurstof wordt ingedeeld onder 3212 90 00, trekt de NLaut de BTI in.
Verzoekster meent dat de uitvoeringsVo de in het geding zijnde vraag niet beantwoordt omdat die niet met terugwerkende kracht werkt, noch een rectificerend karakter heeft.
Verweerder stelt dat de uitvoeringsVo juist slechts een rectificerend karakter heeft en dan ook wel toegepast kan worden op invoer die heeft plaatsgevonden in de tijd vóór haar vaststelling.

Om de zaak te kunnen beslissen heeft de verwijzende  rechter (Finanzgericht Hamburg) antwoord nodig op de volgende vraag:
“Diende in 2005 als kleurmiddel of kleurstof te worden ingedeeld in post 3212 van de gecombineerde nomenclatuur: een goed dat bestaat uit oplosmiddelen en een polymethine-substantie, die weliswaar een bepaalde – op textielstoffen echter niet-bestendige – kleurende werking kan hebben, doch er bij het in te delen goed toe dient informatie te verkrijgen over de in een proefoplossing (voorbehandeld bloed) aanwezige deeltjes (witte bloedlichaampjes), doordat de substantie door ionische verbinding in bepaalde bestanddelen van de deeltjes (nucleïnezuren) moleculaire structuren vormt die bij bestraling met laserlicht van een bepaalde golflengte tijdelijk fluorescerend worden, en deze toestand alsmede de intensiteit hiervan worden gemeten met een speciale fotocel?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-403/07 Metherma
Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten