C-493/14 Dilly’s Wellnesshotel

Contentverzamelaar

C-493/14 Dilly’s Wellnesshotel

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie
 

Termijnen: Motivering departement:   22 december 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   8 januari 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   8 februari 2015
Trefwoorden: staatssteun; algemene groepsvrijstelling

Onderwerp
- VWEU artikel 107 t/m 109 (staatssteun)
- Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard („de algemene groepsvrijstellingsverordening” = AGVV);
- Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit.
 

Verzoekster is een dienstverlenend bedrijf. Zij vraagt eind 2011 om energiebelasting-restitutie over 2011 maar die aanvraag wordt afgewezen op grond van een nieuwe DUI regeling die sinds begin 2011 van kracht is waardoor alleen productiebedrijven aanspraak op restitutie kunnen maken. In de betreffende regeling (Energieabgabenvergütungsgesetz = EAVG) is restitutie voorbehouden aan goederen-producerende bedrijven. Deze regeling is aangegeven bij de EURCIE voor een looptijd tot en met 31-12-2013.
Verzoekster maakt bezwaar maar ook dat wordt afgewezen. In beroep wordt de beschikking vernietigd en krijgt verzoekster toch nog één maand restitutie (januari 2011) omdat de kennisgeving voor de nieuwe regelgeving pas in februari is gedaan.
De zaak ligt nu in hoger beroep bij de verwijzende rechter. Verzoekster eist restitutie over de hele gevraagde periode dan wel dat de rechter vragen aan het HvJEU voorlegt. In geval van strijdigheid van de nieuwe regeling met EURrecht moet deze immers buiten toepassing gelaten worden en kunnen in aanmerking komende bedrijven voor het gehele jaar 2011 restitutie aanvragen.

De verwijzende DUI rechter (Bundesfinanzgericht) constateert dat niet aan alle voorwaarden voor groepsvrijstelling is voldaan. Hij stelt daarover de volgende vragen aan het HvJEU:
1) Is het in strijd met het Unierecht indien een steunregeling gebruik maakt van de bijzondere procedure ingevolge artikel 25 van verordening (EG) nr. 800/2008 [van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening)] (AGVV) om daarmee van de aanmeldingsverplichting op grond van artikel 108, derde lid, VWEU te worden vrijgesteld, maar verschillende verplichtingen uit hoofdstuk I AGVV niet eerbiedigt en bovendien ook geen verwijzing naar de AGVV bevat?
2) Is het in strijd met het Unierecht indien een steunregeling wordt gebaseerd op de voor milieusteun geldende bijzondere procedure ingevolge artikel 25 AGVV, maar niet is voldaan aan de in hoofdstuk II opgenomen voorwaarde, te weten de stimulering van milieubeschermings- of energiebesparende maatregelen overeenkomstig artikel 17, punt 1, AGVV?
3) Staat het Unierecht in de weg aan een nationale regeling die geen beperking in de tijd en geen verwijzing naar de in de vrijstellingskennisgeving vermelde periode bevat, zodat alleen uit de vrijstellingskennisgeving de volgens artikel 25, lid 3, AGVV vereiste beperking van de energiebelastingrestitutie tot 10 jaar kan worden afgeleid?

Specifiek beleidsterrein: EZ mede FIN

Gerelateerde documenten