C-497/17 Oeuvre d’assistance aux bêtes d’abattoirs

Contentverzamelaar

C-497/17 Oeuvre d’assistance aux bêtes d’abattoirs

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:    02 oktober 2017
Schriftelijke opmerkingen:                    18 november 2017

Trefwoorden: voedselveiligheid; certificering; halal; biologisch

Onderwerp:
-           Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91;
-           verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 834/2007;
-           Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden.

Feiten:

Verzoeker (vereniging Oeuvre d’assistance aux bêtes d’abattoirs; OABA) heeft met haar verzoek van 24.09.2012 een van de verwerende partijen  (Ecocert France, certificeringsinstelling) verzocht om op grond van verordening 834/2007 een eind te maken aan de reclame voor en het in de handel brengen van ‘halal’-gecertificeerde en van de vermelding ‘biologische landbouw’ voorziene gehakte biefstukken, die door de vennootschap Bionoor (tevens een van de verwerende partijen) in de handel worden gebracht. Door het stilzwijgen van de certificeringsinstelling werd dit verzoek impliciet afgewezen. Verzoeker heeft de Conseil d’État om nietigverklaring van het impliciete afwijzingsbesluit verzocht. Volgens verzoeker is de vermelding van ‘biologische landbouw’ onverenigbaar met producten afkomstig van zonder voorafgaande bedwelming geslachte dieren; deze slachtmethode zou niet voldoen aan de vereisten van verordening 834/2007. De verwerende partijen (Bionoor, Ecocert France, het ministerie van landbouw en voedsel, en het Nationaal Instituut voor Oorsprong en Kwaliteit) concluderen tot afwijzing van het verzoek. Verweerders stellen dat noch verordening 834/2007, noch uitvoeringsverordening nr. 889/2008 zich ertegen verzetten dat de regel van voorafgaande bedwelming niet wordt geëerbiedigd in het specifieke kader van rituele slachtingen. Verordening 1099/2009 staat een uitzondering toe op het beginsel van voorafgaande bedwelming indien religieuze riten dit vereisen. Bovendien sluit verordening 889/2008 uitdrukkelijk bepaalde praktijken uit, zoals dwangvoedering van dieren, doch niet rituele slachting.

Overweging:

Bij gebreke van bepalingen die een verband leggen tussen bovengenoemde verordeningen kan niet louter door tekstuele vergelijking worden vastgesteld  of rituele slachting zonder voorafgaande bedwelming al dan niet kan voldoen aan de specifieke doelstellingen van dierenwelzijn en beperking van dierenleed die krachtens verordening 834/2007 en uitvoeringsverordening 889/2008 voor de biologische productie gelden. In casu rijst bovendien de vraag of de aldus aan de aan de orde zijnde verordeningen gegeven uitlegging verenigbaar is met het bepaalde in artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het antwoord op het door verzoeker aangevoerde middel dat vlees dat afkomstig is van zonder voorafgaande bedwelming ritueel geslachte dieren niet in aanmerking kan komen voor het Europese label ‘biologische landbouw’, dat van doorslaggevende betekenis is voor de uitkomst van het geding, roept een ernstig probleem op bij de uitlegging van het Unierecht. Derhalve dient de zaak op grond van artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te worden voorgelegd aan het Hof van Justitie van de Europese Unie en de behandeling van het verzoekschrift van verzoeker dient te worden geschorst totdat dit Hof uitspraak heeft gedaan.

Prejudiciële vragen:

Moeten de toepasselijke regels van het recht van de Europese Unie die met name voortvloeien uit:
–          artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
–          verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007, waarvan de uitvoeringsbepalingen zijn vastgesteld bij verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008,
–          en verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009,
aldus worden uitgelegd dat zij de afgifte van het Europese label „biologische landbouw” toestaan dan wel verbieden voor producten afkomstig van zonder voorafgaande bedwelming ritueel geslachte dieren, wanneer deze slachting is uitgevoerd volgens de door verordening (EG) nr. 1099/2009 vastgestelde voorwaarden?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: VWS; EZ

Gerelateerde documenten