C-513/20 Termas Sulfurosas de Alcafache
Prejudiciële hofzaak
Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar). Termijnen: Motivering departement: 11 december 2020 Schriftelijke opmerkingen: 27 januari 2021
Trefwoorden : btw; medische en gezondheidsdiensten;
Onderwerp :
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: btw-richtlijn);
Feiten:
Verzoekster (belasting- en douanedienst) heeft verweerder (Termas Sulfurosas de Alcafache) aanslagen opgelegd waarbij de btw-vrijstelling van “thermale inschrijving” niet wordt erkend. Verweerder heeft hiertegen bezwaar ingediend welke ongegrond werd verklaard. Vervolgens heeft verweerder administratief beroep ingesteld bij de bestuurs- en belastingrechter. Deze rechter heeft de bestreden aanslagen gedeeltelijk nietig verklaard voor zover daarbij de btw-vrijstelling van de als “thermale inschrijving” en dienstverlening op het gebied van “klassieke thermale kuren” geïnde bedragen niet wordt erkend. Verzoekster stelde hierop beroep in bij de verwijzende rechter. De voornaamste rechtsvraag die hier rijst, is of sommige verrichte diensten zijn vrijgesteld van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) zoals bepaald in artikel 9(2) CIVA (btw-wetboek), met name omdat het gaat om “handelingen die nauw samenhangen met medische en gezondheidsdiensten”.
Overweging:
Overeenkomstig artikel 9(2) CIVA, zijn medische en gezondheidsdiensten en handelingen die daarmede nauw samenhangen, die worden verricht door ziekenhuizen, klinieken, medische centra en andere inrichtingen van dezelfde aard vrijgesteld van btw. Deze bepaling is de omzetting in nationaal recht van artikel 132(1)b) van de btw-richtlijn. Wat betreft de vereiste beoordeling of de “thermale inschrijving” nauw samenhangt met de medische verzorging, is het in het licht van de door het Hof reeds vastgestelde criteria niet duidelijk of de als “thermale inschrijving” geïnde bedragen moeten worden geacht nauw samen te hangen met die verzorging. Het Hof heeft zich niet eerder uitgesproken over de vraag of als “thermale inschrijving” betaalde bedragen onderworpen zijn aan btw. De verwijzende rechter gaat daarom over op het stellen van de prejudiciële vraag.
Prejudiciële vraag:
Mogen betalingen die worden verricht in ruil voor het openen van het persoonlijke dossier van elke gebruiker, met daarin de medische achtergrond die het recht geeft om behandelingen bestaande in „klassieke thermale kuren” te verwerven, worden gerekend tot het begrip „handelingen die daarmede nauw samenhangen” als bedoeld in artikel 132, lid 1, onder b), van de btw-richtlijn, en mogen zij derhalve worden beschouwd als vrijgesteld van btw?
Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-212/04; C-91/12 PFC Clinic AB; C-349/96 CPP; C-473/08; Commissie/Duitsland 107/84; C-307/01; C-445/05; C-86/09 Future Health Technologies; C-334/14; Klinikum Dortmund C-366/12;
Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal; VWS