C-514/16

Contentverzamelaar

C-514/16

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraken
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   18 november 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       04 december 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   04 januari 2017

Trefwoorden: WA-verzekering motorrijtuigen; begrip ‘deelneming aan het verkeer van voertuigen’

Onderwerp: - Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (Pb 1972, L 103, blz. 1).

Een landarbeidster in loondienst op een boerderij komt om het leven bij werkzaamheden aan wijnstokken. Het ongeluk gebeurde bij het aanbrengen van een bestrijdingsmiddel dat plaatsvindt met behulp van een tractor die stilstaand, met draaiende motor, de pomp met verstuiver aandrijft. Door weersomstandigheden (zware regenval) vindt er een aardverschuiving plaats. De tractor, die op het aflopende terrein (terrassen) van de wijngaard hoger geplaatst is rolt naar beneden en de arbeidster kan hem niet meer ontwijken. De landeigenaren erkennen het ongeval als arbeidsongeval en betalen de weduwnaar (vermogens)schadevergoeding. De weduwnaar start een procedure tegen de eigenaren, de pachters en de verzekeringsmaatschappij om alsnog niet-vermogensschade te claimen. De echtgenote van de pachter heeft een verzekeringsovereenkomst gesloten per september 2005 die nog geldig is. Alle verwerende partijen wijzen de vordering af. De rechter verklaart de vordering gedeeltelijk gegrond (de claims tegen de eigenaren en de pachter). De claims tegen de echtgenote van de pachter en de verzekeraar worden afgewezen. De eigenaren en de pachter gaan tegen het vonnis in beroep. De eigenaren stellen dat de rechter ervan uitgaat dat de verzekering enkel WA op de openbare weg dekt. Dat de tractor vóór het ongeval stil stond speelt volgens hen geen rol. Gezien de draaiende motor was de tractor in het kader van landbouwwerkzaamheden in gebruik. In de verzekeringspolis is opgenomen dat het om een ‘kleine tractor (voor boomgaarden/wijngaarden)’ gaat zodat ervan mag worden uitgegaan dat de verzekering ongevallen dekt die zich tijdens het gebruik bij landbouwwerkzaamheden voordoen. Zij verwijzen daarvoor mede naar eerdere uitspraken van een POR Rb in 2010 en 2011. De pachter stelt dat de WA valt onder de met de verzekeraar gesloten overeenkomst. De verzekeraar stelt dat het geen verkeersongeval maar een arbeidsongeval betreft dat niet door de polis gedekt wordt.

De verwijzende POR rechter (Rb Guimaraes) heeft voor uitspraak in deze zaak nadere uitleg nodig van RL 72/166 om te bepalen of het hier al dan niet een verkeersongeval betreft. Hij wijst op de verschillende taalversies van de richtlijn waarbij het gevaar bestaat voor uiteenlopende uitleg in de EU. De lagere rechter heeft de claim op de verzekeraar afgewezen omdat hij oordeelde dat de schade zich heeft voorgedaan in omstandigheden die niets uitstaande hebben met de functie van de tractor als verkeersmiddel. (Ook) deze uitspraak vindt brede steun in de POR rechtspraak, mede gezien het arrest van het HvJEU C-162/13 dat deze visie zou hebben bevestigd. Aangezien de verwijzende rechter twijfelt of dit in onderhavige zaak de juiste conclusie is legt hij het HvJEU de volgende vragen voor:

1 Geldt de in artikel 3, lid 1, van de eerste richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 voorziene verzekeringsplicht voor de aansprakelijkheid die voortvloeit uit de deelneming aan het verkeer van voertuigen die gewoonlijk in een lidstaat zijn gestald, alleen voor het gebruik van voertuigen, op een willekeurige openbare of particuliere plaats, wanneer deze zich voortbewegen, of ook wanneer ze stilstaan, maar de motor draait?

2 Omvat het begrip deelneming aan het verkeer van voertuigen in de zin van artikel 3, lid 1, van de eerste richtlijn mede een landbouwtractor die op een landgoed op een afgevlakt stuk grond stond en die zoals gewoonlijk voor het verrichten van landbouwwerkzaamheden (het spuiten van bestrijdingsmiddel in een wijngaard) werd gebruikt, waarbij de motor draaide om de pomp van het reservoir met bestrijdingsmiddel aan te drijven en die in die omstandigheden, ten gevolge van een grondverschuiving die door het samenspel van de volgende factoren ontstond:

– het gewicht van de tractor,
– de trillingen die werden veroorzaakt door de motor van de tractor en door de achterop de tractor aangebrachte pomp van de bestrijdingsmiddelsproeier,
– de voorafgegane zware regenval,
naar beneden stortte en daarbij vier arbeiders trof die werkzaam waren op de lager gelegen terrassen, waarbij een vrouw die de slang vasthield waarmee het bestrijdingsmiddel werd aangebracht, werd gedood?

3 Verzet in geval van een bevestigend antwoord op de twee voorgaande vragen die uitlegging van het begrip deelneming aan het verkeer van voertuigen in de zin van artikel 3, lid 1, van de eerste richtlijn 72/166 zich tegen nationale wettelijke bepalingen (artikel 4, lid 4, van Decreto-Lei 291/2007 van 21 augustus 2007) op grond waarvan van de in voormeld artikel 3, lid 1, voorziene verplichte verzekering zijn uitgesloten situaties waarin het voertuig voor zuiver agrarische of industriële doeleinden wordt gebruikt?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-162/13 Vnuk

Specifiek beleidsterrein: VenJ, IenM