C-524/13 Braun

Contentverzamelaar

C-524/13 Braun

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   18 november 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   4 december 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   4 januari 2014
Trefwoorden: (indirecte) belastingen

Onderwerp
Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij
richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985

Verzoeker heeft van 2002 - 2005 als notaris verschillende aktes verleden, onder meer betreffende de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard. De bij notariële akte vastgestelde omzettingen gaven geen aanleiding tot een kapitaalverhoging van de overnemende of omgezette vennootschap.
De president van de Rb Freiburg heeft op 11-12-2008 het bedrag dat verzoeker aan de staatskas moet afdragen vastgesteld op € 8.124,62; dat is 85% van het voor de aktes telkens geheven recht, dit op grond van de geldende versie van de Deelstaatwet inzake de kosten van rechtsbedeling. In december 2011 is de betreffende wet (opnieuw) gewijzigd: het Land ziet met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2002, volledig af van een aandeel in de rechten. Er is wel een overgangsregeling. De Rb Freiburg matigt in augustus 2013 dan ook het bedrag aan af te dragen rechten.

De zaak wordt verder behandeld door de verwijzende DUI rechter (Amtsgericht Karlsruhe). De rechter vraagt zich af wat de werkingssfeer was van RL 69/335/EEG in de versie tot de herschikking in februari 2008.
De aan het HvJEU voorgelegde prejudiciële vraag betreft dan ook uitdrukkelijk enkel de uitlegging van richtlijn 69/335/EEG in de tot en met 31 december 2008 geldende versie:
“Moet richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985, aldus worden uitgelegd dat de rechten die een als ambtenaar werkzame notaris [ontvangt] voor het verlijden van een notariële akte betreffende een rechtshandeling met als voorwerp de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard, belastingen in de zin van de richtlijn zijn, ook wanneer die omzetting niet tot een verhoging van het kapitaal van de overnemende of omgezette vennootschap leidt?”

Specifiek beleidsterrein: VenJ
Mede FIN

Gerelateerde documenten