C-531/13 Kornhuber ea

Contentverzamelaar

C-531/13 Kornhuber ea

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   26 november 2013
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   12 december 2013
Schriftelijke opmerkingen:                   12 januari 2014
Trefwoorden:  milieu; milieueffectbeoordeling (MER)

Onderwerp
Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Pb L 175 van 5 juli 1985, blz. 40), zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009, Pb L 140 van 5 juni 2009, blz. 114 (hierna: „richtlijn 85/337”)

OOS MinEZ (verweerder) neemt een besluit (29-08-2011) waarmee Rohöl-Aufsuchungs AG (interveniënt) een vergunning krijgt voor exploratieboring (aardgas) op meer dan 300 meter diepte, inhoudende de bouw van een boorlocatie, (de)montage van de boorinstallatie, de testwerkzaamheden, en afsluitend eventuele herstelmaatregelen. Er is een deskundigenrapport opgesteld waarin gesteld dat geluidsoverlast en luchtverontreiniging beperkt kunnen blijven indien de voorgeschreven eisen voor het project in acht worden genomen.
Verzoeker, tezamen met 58 andere verzoekers, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit wegens het ontbreken van de in zijn ogen ten onrechte ontbrekende milieueffectbeoordeling. Verweerder is het daar niet mee eens omdat hij conform wettelijke regels heeft gehandeld. De OOS wet eist bij de productie van koolwaterstoffen pas een MER vanaf bepaalde drempelwaarden. Maar verzoeker stelt dat het volgens OOS recht om een ‘project’ gaat waarvoor een MER verplicht is. De in de OOS regelgeving opgenomen drempelwaarden vormen een beperking die strijdig zou zijn met RL 85/337. Gevolg daarvan is dat een bijna onbeperkte aardgasproductie bij een overeenkomstig aantal boorgaten in een gemeentegebied zonder MER kan plaatsvinden.
Interveniënte wijst erop dat het gaat om exploratieboringen om te zien of er voor productie in aanmerking komend aardgas aanwezig is.

Volgens de verwijzende OOS rechter staat het vast dat het in deze zaak om een ‘project’ gaat in de zin van artikel 1, lid 2, tweede streepje, van RL 85/337. Dan rijst de vraag of het hier om de (commerciële) winning van aardgas gaat in de zin van bijlage I, pt 14 van de RL gelet op de vereiste autonome uitlegging van Unierechtelijke begrippen. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU:
1. Gaat het bij de in tijd en hoeveelheid beperkte testproductie van aardgas die in het kader van een exploratieboring ter vaststelling van de winstgevendheid van een permanente winning van aardgas plaatsvindt, om een „commerciële winning van [...] aardgas” conform bijlage I, punt 14, van richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, PB L 175 van 5 juli 1985, blz. 40, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009, PB L 140 van 5 juni 2009, blz. 114 (hierna: „richtlijn 85/337”)?
Voor het geval dat de eerste prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord, worden de volgende verdere vragen gesteld:
2. Verzet bijlage I, punt 14, van richtlijn 85/337 zich tegen een nationale regeling die bij de winning van aardgas de in bijlage I, punt 14, van richtlijn 85/337 genoemde drempelwaarden niet verbindt met de winning op zich, maar met de „productie per boorgat” („Forderung pro Sonde”)?
3. Dient richtlijn 85/337 aldus te worden uitgelegd dat de overheidsinstantie in een situatie zoals in het hoofdgeding aan de orde, waarin de vergunning voor een testproductie van aardgas wordt aangevraagd in het kader van een exploratieboring, uitsluitend alle gelijksoortige projecten, concreet alle in het gemeentegebied ontsloten boringen, dient te toetsen met betrekking tot het cumulatieve effect ervan om vast te stellen of een verplichting tot het uitvoeren van een milieueffectbeoordeling bestaat?

Specifiek beleidsterrein: IenM
Mede EZ

Gerelateerde documenten