C-535/25 - C-537/25 Amazon Italia Logistica e.a. 

Contentverzamelaar

C-535/25 - C-537/25 Amazon Italia Logistica e.a. 

Prejudiciële hofzaak

Dit fiche is slechts een samenvatting. De verwijzingsbeschikking is bepalend

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     8 oktober 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     24 november 2025

Trefwoorden: postdiensten, interne markt

Onderwerp: Richtlijn 97/67 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten, en de verbetering van de kwaliteit van de dienst: artikelen 2 en 9.

In deze gevoegde zaken worden verschillende Amazon-bedrijven ervan beschuldigd dat zij een unitair netwerk tot stand hebben gebracht om fasen van de postdienst te verzorgen, zonder daarvoor over de juiste vergunning te beschikken. De verwijzende rechter wil, in een tijd waarin de markt voor postdiensten verandert door de opmars van elektronische handel, duidelijkheid of zulke ondernemingen gekwalificeerd kunnen worden als ‘aanbieder van een postdienst’ in de zin van richtlijn 97/67. Indien dit zo is, moeten die bedrijven ook worden onderworpen aan de sector- en vergunningsregels. 

Prejudiciële vragen C-535/25 en C-536/25 (identiek): 
Staan de artikelen 2 en 9 van richtlijn 97/67/EG in de weg aan een nationale regeling die activiteiten zoals de door AIL verrichte en in het bestreden besluit beschreven activiteiten onderwerpt aan de vergunningsregeling voor het aanbieden aan het publiek van postdiensten?

Prejudiciële vragen C-537/25:
1. Staat het Europees recht, en in het bijzonder artikel 2, punten 1 en 1 bis, en artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 97/67/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG, in de weg aan de toepassing van een nationale regeling, in het bijzonder artikel 1, lid 2, onder a) en o), en artikel 6, lid 1, van d.lgs. nr. 261 van 22 juli 1999, waarbij deze richtlijn wordt omgezet, voor zover zij het aanbieden van door derden verrichte postdiensten gelijkstelt met het verrichten van een zelfstandige postdienst?”;
2. „Staat het Europees recht, en in het bijzonder artikel 2, punten 1 en 1 bis, en artikel 9, leden 1 en 2, van richtlijn 97/67/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG, in de weg aan de toepassing van een nationale regeling, in het bijzonder artikel 1, lid 2, onder a) en o), en artikel 6, lid 1, van d.lgs. nr. 261 van 22 juli 1999, waarbij deze richtlijn wordt omgezet, voor zover zij entiteiten die louter door derden verrichte postdiensten aanbieden, verplicht te beschikken over een algemene machtiging, en wordt deze verplichting gerechtvaardigd door de noodzaak om de naleving te waarborgen van de essentiële eisen inzake het aanbieden van postdiensten?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-259/16 en C-260/16 Confetra e.a.

Specifiek beleidsterrein: EZ