C-539/19 Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände

Contentverzamelaar

C-539/19 Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement: 3 september 2019
Schriftelijke opmerkingen: 20 oktober 2019

Trefwoorden : telecom;

Onderwerp :

- Verordening (EU) nr. 531/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (hierna: roamingverordening);

 

Feiten:

Vanaf 17.06.2017 is het gereguleerd roamingtarief ingegaan in de EU. Verweerster is een aanbieder van telecommunicatiediensten. Op haar website www.o2online.de heeft verweerster informatie over het gereguleerde roamingtarief bekendgemaakt waaruit blijkt dat bestaande klanten die een alternatief roamingtarief hadden, zelf actief voor een omschakeling moeten zorgen naar het gereguleerd tarief. Verzoeker (overkoepelende organisatie van consumentenorganisaties) vindt dat verweerster hiermee artikelen 6bis en 6sexies(3) van de roamingverordening schendt. Verweerster is verplicht om automatisch het tarief om te schakelen, ongeacht of de consumenten hier al dan niet voor hebben gekozen. Verzoeker heeft daarom stakingsvorderingen ingediend tegen verweerster. Verweerster wijst op het onderscheid tussen alternatieve roamingtarieven en gereguleerde roamingtarieven. Volgens verweerster geldt de verplichting tot automatische omschakeling niet voor klanten die een alternatief tarief hadden.

 

Overweging:

De prejudiciële vraag betreft de uitlegging van het Unierecht. De verduidelijking ervan is van belang voor de beslechting van het onderhavige geding, aangezien de vordering al dan niet moet worden toegewezen naargelang de uitlegging van artikel 6bis en artikel 6sexies(3) van de roamingverordening, die de afschaffing van retailroamingtoeslagen regelen. Aangezien verweerster tot nu toe niet alle klanten, die op 15.06.2017 een alternatief tarief hadden, naar het gereguleerd tarief heeft omgeschakeld, duurt de vermoedelijke schending voort.

 

Prejudiciële vragen:

Moeten artikel 6 bis en artikel 6 sexies, lid 3, van verordening (EU) nr. 531/2012 aldus worden uitgelegd dat aanbieders van mobielecommunicatiediensten met ingang van 15 juni 2017 alle klanten automatisch naar het gereguleerde tarief volgens artikel 6 bis van verordening (EU) nr. 531/2012 moeten omschakelen, ongeacht of deze klanten tot dan toe een gereguleerd tarief of een specifiek, zogenaamd alternatief roamingtarief hadden?

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: EZK

Gerelateerde documenten