C-586/14 Budișan

Contentverzamelaar

C-586/14 Budișan

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   23 maart 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   9 april 2015
Schriftelijke opmerkingen:                   9 mei 2015
Trefwoorden: belastingen; vrij goederenverkeer

Onderwerp: VWEU artikel 110 (geen hogere belasting op producten andere EULS)

Verzoeker Vasile Budișan koopt in juni 2013 in DUI een personenauto merk Opel bouwjaar 2006. Om zijn voertuig in ROE geregistreerd te krijgen betaalt hij de door de ROEaut opgelegde milieuheffing maar dient meteen een verzoekschrift in waarin hij de milieuheffing terugvraagt. De Rb Cluj verklaart zijn verzoek ongegrond omdat de in februari 2013 aangenomen noodverordening (‘OUG’) niet strijdig is met EUR-recht. Verzoeker gaat in hoger beroep omdat de ingestelde heffing in strijd zou zijn met VWEU artikel 110, en de aankoop van motorvoertuigen in het buitenland wordt hierdoor ontmoedigd. De met de OUG ingestelde heffing is ‘oude wijn in nieuwe zakken’, en de oude regeling was al eerder door het HvJEU onverenigbaar met EURrecht verklaard. Verweerster (Dienst Openbare Financiën Cluj) is van mening dat wordt voldaan aan de in het arrest Tatu geformuleerde regels. De milieuheffing is gebaseerd op objectieve en transparante criteria, zoals de cilinderinhoud en de Europese emissienorm of de CO2-uitstoot van het voertuig. Voorts wordt in het heffingsbedrag naar behoren rekening gehouden met de reële marktwaarde van een tweedehands voertuig en is de milieuheffing op ingevoerde voertuigen niet hoger dan de restheffing die begrepen is in de waarde van gelijksoortige tweedehands motorvoertuigen die reeds op het nationale grondgebied zijn geregistreerd.

De verwijzende ROE rechter (Curtea de Apel Cluj) legt onderstaande vragen voor aan het HvJEU omdat hij twijfelt aan de gelijkwaardigheid van de regelingen voor de binnenlandse en de buitenlandse markt. De milieuheffing is namelijk niet meer verschuldigd indien voor het motorvoertuig al eerder een (bijzondere wettelijke) heffing is betaald. Ook is de restheffing van in ROE geregistreerde voertuigen minder dan de bij de OUG-regeling vastgestelde heffing. Er is ook verschil in gebruik tussen geïmporteerde en binnenlandse voertuigen: eerste categorie heeft 90 dagen tijd om te registreren (rijdt met voorlopig kenteken), laatste categorie kan ongehinderd, tot hij zijn auto verkoopt, de heffing onbetaald laten.
1. Moet artikel 110 VWEU, gezien [Ordonanța de urgență a Guvernului nr. 9/2013 din 19 februarie 2013 privind timbrul de mediu pentru autovehicule] en het voorwerp van de heffing waarin die noodverordening voorziet, aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een EU-lidstaat een heffing op verontreinigende emissies invoert die van toepassing is op de registratie van uit andere EU-lidstaten afkomstige motorvoertuigen, maar niet op de registratie bij de overdracht van het eigendomsrecht op binnenlandse motorvoertuigen waarvoor reeds een dergelijke of gelijksoortige heffing is betaald, indien de restheffing die begrepen is in de waarde van de motorvoertuigen op de binnenlandse markt minder bedraagt dan de nieuwe heffing?
2. Moet artikel 110 VWEU, gezien OUG nr. 9/2013 en het voorwerp van de heffing waarin die noodverordening voorziet, aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een EU-lidstaat een heffing op verontreinigende emissies invoert die van toepassing is op de registratie van uit andere EU-lidstaten afkomstige motorvoertuigen, maar die voor binnenlandse motorvoertuigen pas bij de overdracht van het eigendomsrecht op een dergelijk motorvoertuig moet worden betaald, met het gevolg dat een buitenlands motorvoertuig niet zonder betaling van de heffing kan worden gebruikt, terwijl een binnenlands motorvoertuig zonder betaling van de heffing onbeperkt in de tijd kan worden gebruikt tot de eventuele overdracht van het eigendomsrecht op het betrokken motorvoertuig, gevolgd door de registratie door de nieuwe eigenaar?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-402/09 Tatu; C-263/10 Nisipeanu; C-437/12 X (NL); C-331/13 Nicula
Specifiek beleidsterrein: FIN mede EZ

Gerelateerde documenten