C-600/15 Lemnis Lighting

Contentverzamelaar

C-600/15 Lemnis Lighting

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   5 januari 2016
Concept schriftelijke opmerkingen:       22 januari 2016
Schriftelijke opmerkingen:                   22 februari 2016
Trefwoorden: douanewetboek; Gecombineerde Nomenclatuur (GN)

Onderwerp
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 betreffende de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (GN)

Verzoekster heeft tussen mei 2008 en maart 2011 aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van led-lampen. Zij heeft daarvoor post 8541 40 10 GN gebruikt waarvoor in de betreffende periode het nultarief geldt. In punt 2.2 van de verwijzingsbeschikking wordt uiteengezet hoe een led-lamp is samengesteld en hoe deze werkt. De belastingdienst stelt dat indeling moet plaatsvinden onder GN 8543 70 90, te weten ‘toestellen met een eigen functie’ en heeft verzoekster een navordering opgelegd aangezien het tarief hiervoor 3,7% bedraagt. HofAms wijst die indeling af aangezien het geen ‘ elektrische machines, apparaten of toestellen met een eigen functie’ betreft. De algemene indelingsregels (1 tot en met 3) van de GN bieden volgens dat Hof geen oplossing, maar wel regel 4 omdat de led-lampen de meeste overeenkomst vertonen met gloeilampen bedoeld in GN 8539 22 90 (tarief 2,7%). Verzoeksters stelling dat heffing in strijd met het EUrechtelijke evenredigheidsbeginsel omdat in de EU geen led-lampen worden geproduceerd verwerpt het Hof, mede omdat verweerster onweersproken heeft gesteld dat in de EU wel degelijk led-lampen worden geproduceerd. Beide partijen tekenen (incidenteel) beroep in cassatie tegen het oordeel van het HofAms. Verweerder (StasFIN) blijft bij de stelling dat de led-lampen een eigen functie hebben en dan ook in de zin van algemene indelingsregel 1 onder GN-post 8543 kunnen worden ingedeeld. Ook verzoekster blijft bij de door haar voorgestelde indeling onder GN 8541. Het gaat in wezen om luminescentiedioden als bedoeld in post 8541. De glazen omhulling, evenmin als de overige componenten, doet daaraan niets af.

De verwijzende NL HR leest bij de toelichting van de Werelddouaneorganisatie WDO bij het Geharmoniseerd Systeem (GS) voor de indeling van goederen onder post 9405 dat afzonderlijk aangeboden elektrische delen van verlichtingstoestellen niet onder deze post, maar onder een van de posten van hoofdstuk 85 van het GS worden ingedeeld. Aangezien de led-lampen elektrisch werken, moeten deze daarom in hoofdstuk 85 van de GN worden ingedeeld, ongeacht of deze wel of niet 'delen' zijn van verlichtingstoestellen in de zin van post 9405 van de GN. Indien ervan wordt uitgegaan dat de led-lampen geen 'delen' zijn, moeten deze gelet op aantekening 5 op afdeling XVI van de GN worden aangemerkt als "machines" in de zin van de overige aantekeningen op afdeling XVI van de GN. Om de juiste indeling te kunnen bepalen heeft de HR echter antwoord nodig op de volgende vragen aan het HvJEU:
“Dienen de posten 8539, 8541, 8543, 8548 en 9405 van de GN aldus te worden uitgelegd dat producten als de ledlampen,die zijn samengesteld uit lichtgevende dioden en andere elektrische componenten, alsmede een glazen omhulsel, en een Edison-fitting, en die dienen tot verlichting na te zijn aangebracht in een verlichtingstoestel, onder een van deze posten moeten worden ingedeeld? Zo ja, onder welke van deze posten dienen de producten dan te worden ingedeeld? Zo nee, onder welke andere post dient indeling dan plaats te vinden?”
Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten