C-602/20

Contentverzamelaar

C-602/20

Prejudiciële hofzaak C-602/20

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     12 maart 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     26 april 2021

Trefwoorden : belastingen; sociale zekerheid; rente; loyale samenwerking

Onderwerp : VEU, artikel 4(3) en artikel 19(1) tweede volzin

Feiten:

De regionale directie van het nationaal agentschap voor belastinginkomsten (hierna: de NAP) heeft na afloop van een controle een naheffingsaanslag opgelegd aan AKZ – B EOOD. De naheffingsaanslag had betrekking op schulden jegens de overheid (verschuldigde belasting en socialezekerheidsbijdragen) vermeerderd met de opgelopen wettelijke rente. Na een procedure op tegenspraak is de naheffingsaanslag gedeeltelijk bekrachtigd. De bestuursrechter in eerste aanleg heeft de naheffingsaanslag echter nietig verklaard. Op het tegen deze uitspraak ingestelde cassatieberoep heeft de hoogste bestuursrechter het vonnis in eerste aanleg bevestigd. Vervolgens heeft AKZ – B EOOD een verzoek tot verrekening of terugbetaling ingediend bij de NAP. Daarop is bij de vennootschap een belastingcontrole a posteriori uitgevoerd na afloop waarvan een besluit tot verrekening of terugbetaling is vastgesteld. Daarin is bepaald dat op grond van artikel 129(6) DOPK geen rente is verschuldigd over de door de vennootschap krachtens de nietig verklaarde naheffingsaanslag betaalde hoofdsommen in de vorm van socialezekerheidsbijdragen en dat de rente is berekend op een totaalbedrag van 12 863,09 BGN. Nadat haar bezwaar hiertegen in de administratieve procedure was afgewezen, heeft AKZ – B EOOD beroep ingesteld bij de bestuursrechter. De bestuursrechter heeft het beroep verworpen voor zover dat betrekking had op de weigering om de vennootschap wettelijke rente toe te kennen over het ten onrechte geheven bedrag aan socialezekerheidsbijdragen voor het tijdvak tussen de betaling van het onverschuldigde bedrag en het tijdstip waarop dit bedrag had moeten zijn terugbetaald. AKZ-B EOOD heeft tegen dat vonnis cassatieberoep ingesteld bij de verwijzende rechter.

Overweging:

De vraag rijst of het bedrag aan rente afhangt van de duur van het tijdvak waarin het onverschuldigd betaalde bedrag niet beschikbaar was, en of deze duur ook het tijdvak omvat gelegen tussen het tijdstip van de onverschuldigde betaling van het betrokken bedrag en het tijdstip van terugbetaling ervan. De verwijzende rechter is van oordeel dat voor een correcte afdoening van het hoofdgeding de uitlegging noodzakelijk is van Unierechtelijke bepalingen, namelijk artikel 4(3) VEU (beginsel van loyale samenwerking en het daaruit voortvloeiende gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel), artikel 19(1) tweede volzin, VEU en artikel 291(1) VWEU.

Prejudiciële vragen:

1. Staat het Unierecht in de weg aan een nationale regeling als die in het hoofdgeding, op grond waarvan de wettelijke rente die bij terugbetaling van in strijd met het Unierecht geheven socialezekerheidsbijdragen wordt toegekend, pas loopt vanaf de dag die volgt op de dag waarop om terugbetaling van de hoofdsom is verzocht?

2. Staan het Unierecht en inzonderheid het gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel in de weg aan een nationale regeling als die in het hoofdgeding, op grond waarvan de wettelijke rente die bij terugbetaling van in strijd met het Unierecht geheven socialezekerheidsbijdragen wordt toegekend, pas

loopt vanaf de dag die volgt op de dag waarop om terugbetaling van deze onverschuldigd betaalde/geheven bijdragen is verzocht tot en met de dag van terugbetaling ervan?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: 8/77; А mministrazione delle Finanze dello Stato 199/82; GT-Link A/S C-242/95; C-188/95; C-397/98 en C-410/98; N C-470/04; Test Claimants in the FII Group Litigation C-446/04; Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation C-524/04; C-35/05, М arks & Spencer plc C-309/06; Alstom Power Hydro С -472/08; C-398/09; Littlewoods Retail e.a. C-591/10; C-113/10, C-147/10 en C-234/10; С -565/11.

Specifiek beleidsterrein: FIN-fiscaal; SZW; JenV