C-63/17 Banque Solfea

Contentverzamelaar

C-63/17 Banque Solfea

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie.

Termijnen: Motivering departement:   28 maart 2017
Concept schriftelijke opmerkingen:       14 april 2017
Schriftelijke opmerkingen:                   14 mei 2017

Trefwoorden: consumentenbescherming; afronding

Onderwerp: - richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 tot wijziging van richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (Pb 1998, L 101, blz. 17);
- richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake  kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (Pb 2008, L 133, blz. 66).

Verweerder heeft op 13-03-2013 een aanbod aanvaard van verzoekster voor een consumentenkrediet van € 22.000, looptijd 168 maanden, aflossing in 157 termijnen van € 222 vanaf 05-04-2014 tegen een jaarlijks kostenpercentage (jkp) van 6,75%. Het bedrag is gebruikt voor aankoop van zonnepanelen. Na het passeren van verschillende vervaldagen zonder betaling stelt verzoekster de lening opeisbaar en wordt verweerder bij exploot van 21-06-2016 gedagvaard voor de verwijzende rechter.

De verwijzende FRA rechter (Rb Limoges) stelt ambtshalve bij vonnis van 14-11-2016 onregelmatigheden in de tekst van de overeenkomst vast en heropent de mondelinge behandeling (die 04-01-2017 plaatsvindt). Het jkp zou in de voorgestelde berekening onjuist zijn; niet 6,75% maar 6,75772% zodat afronding naar 6,76% dient plaats te vinden. Deze berekening is volgens de formule in het FRA consumentenWb en in de bijlage bij RL 2008/48. Verzoekster betwist de door de Rb vastgestelde onnauwkeurigheid met het argument dat, overeenkomstig recente rechtspraak van het FRA Hof van Cassatie (09-04-2015) een fout die de eerste decimaal van dit percentage niet beïnvloedt, zonder gevolgen blijft. De verwijzende rechter stelt vast dat RL 98/7 de wiskundige formule vastlegt voor berekening van het jkp (in de FRA versie: “de uitkomst van de berekening wordt met een nauwkeurigheid van ten minste één decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de voorgaande decimaal met 1 vermeerderd.” (De vertaler heeft de NL versie van de eerste zin van deze bepaling toegevoegd: ‘De uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven.’). Dit staat ook (beknopt) in RL 2008/48: FRA versie: ‘De uitkomst van de berekening wordt met een nauwkeurigheid van minstens één decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.’ (Eerste zin in de NL versie: ‘De uitkomst van de berekening wordt ten minste tot op de eerste decimaal weergegeven.’). De bewoordingen ‘décimale particulière’ in RL 98/7 en ‘première décimale’ in RL 2008/48 zijn gelijkwaardig en verwijzen naar de laatst aangegeven decimaal aangezien de kredietgever zoveel decimalen mag vermelden als hij wenst. Hij verwijst ook naar de nieuwste RL 2014/17 waarin hetzelfde is bepaald.
De verwijzende rechter leidt hieruit af dat een kredietverstrekker voor een jkp van 6,75772% het percentage dus kan beperken tot één decimaal en 6,8% vermelden, maar 6,76% moet vermelden indien hij opteert voor twee decimalen, en 6,758% indien hij opteert voor drie decimalen. De recente uitspraak van het FRA Hof van Cassatie lijkt echter enkel belang te hechten aan de nauwkeurigheid van de eerste decimaal, als vastgelegd in het ConsumentenWb. Volgens de verwijzende rechter berust deze uitleg op onjuiste lezing van de zin ‘Le résultat du calcul est exprimé avec une exactitude d’au moins une décimale.’ Het woord ‘exactitude’ in die zin is inderdaad een synoniem voor ‘précision’. Zelfs indien wordt vastgehouden aan het woord ‘exactitude’ – hoewel het kennelijk een vertalingsfout betreft –, vereist de regel dat ‘minstens één decimaal’ nauwkeurig is, en niet dat ‘één decimaal’ nauwkeurig is. Dit betekent dat, indien er meerdere zijn, alle vermelde decimalen nauwkeurig moeten zijn. De uitleg die het Hof van Cassatie in het voornoemde arrest heeft bevestigd kan bovendien leiden tot concurrentieverstoringen: het is immers aantrekkelijker een percentage van 5,79% aan te kondigen dan een reëel percentage van 5,837 of 5,84%, terwijl de kosten en maandelijkse betalingen in werkelijkheid gelijk zijn. Om de zaak te kunnen beslissen stelt hij het HvJEU de volgende vraag:

“Indien het jaarlijkse kostenpercentage van een krediet 6,75772% bedraagt, kan een vermeld JKP van 6,75% dan als nauwkeurig worden beschouwd op grond van de regel die is opgenomen in de richtlijnen 98/7/EG van 16 februari 1998 en 2008/48/EG van 23 april 2008, die volgens de Franse taalversie luidt “[L]e résultat du calcul est exprimé avec une exactitude d’au moins une décimale. Si le chiffre de la décimale suivante est supérieur ou égal à 5, le chiffre de la première décimale sera augmenté de 1”

[letterlijk vertaald: “De uitkomst van de berekening wordt met een nauwkeurigheid van minstens één decimaal weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd”]?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: EZ, VenJ

 

Gerelateerde documenten