C-65/25 IFIS NPL Investing

Contentverzamelaar

C-65/25 IFIS NPL Investing

Prejudiciële hofzaak     

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     29 april 2025
Schriftelijke opmerkingen:                     15 juni 2025

Trefwoorden: antiwitwasregeling, transparantiebeginsel, consumentenbescherming, register, financiële activiteiten

Onderwerp: VWEU: artt. 12, 114 en 169; Handvest: art. 38; Verordening (EG) nr. 1606/2002; Verordening (EU) nr. 2010/1093; Verordening (EU) nr. 575/2013: artt.  99 en 178; Richtlijn (EU) 2015/849; Verordening (EU) 2018/1672; Richtlijn (EU) 2018/843; Richtlijn (EU) 2019/1153; Richtlijn (EU) 2021/2167: art. 10. 

Deze zaak betreft een vraag over de verenigbaarheid met het Unierecht van een nationale regeling op grond waarvan collectieve overdrachten van niet-renderende leningen zijn toegestaan, maar waarvoor (vóór de omzetting van richtlijn 2021/2167) geen vormvereisten golden. De overdrachten hoefden bijvoorbeeld niet schriftelijk vastgelegd te worden, en (tot aan de inwerkingtreding van de richtlijn) gold voor de entiteiten die zich bezighielden met collectieve overdrachten geen verplichting tot inschrijving in een aan toezicht onderworpen register, omdat zij volgens de nationale rechter geen financiële activiteiten verrichten, waardoor de handelingen buiten de werkingssfeer van de antiwitwasregelingen vallen. 

Prejudiciële vragen: 
A) Moeten het Unierecht, en met name de regeling inzake de bestrijding van het witwassen van geld, evenals de algemene beginselen van doeltreffende bescherming, transparantie, en objectieve goede trouw met de daaruit voortvloeiende informatieverplichtingen, worden geacht in de weg te staan, en zo ja, onder welke voorwaarden, aan een nationale regeling op het gebied van collectieve (of cumulatieve) overdracht van niet-renderende leningen – die van toepassing was op de concrete situatie die zich voordeed vóór de goedkeuring van decreto legislativo (wetsbesluit) nr. 116 van 30 juli 2024, dat in werking is getreden op 13 augustus 2024 en waarbij richtlijn [(EU) 2021/2167)] in nationaal recht is omgezet, – met de volgende kenmerken: 

a) zij schrijft niet voor, als geldigheidsvereiste of als bewijsvereiste, dat de overdracht schriftelijk wordt vastgelegd, met name in de vorm van een authentieke akte of een gewaarmerkte onderhandse akte, of in een andere vorm waarmee de dagtekening kan worden aangetoond, en dit geldt met name ook indien de contractant waarvan de leningen worden overgedragen een consument is; 

b) tot aan de inwerkingtreding van het voormelde wetsbesluit gold voor entiteiten die zich bezighouden met collectieve overdrachten geen verplichting tot inschrijving in een aan toezicht onderworpen register, aangezien die entiteiten volgens de [Corte di cassazione (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken, Italië)] geen financiële activiteiten verrichten, met als gevolg dat zij, doordat een authentieke akte niet verplicht is, tevens automatisch buiten de werkingssfeer van de regeling inzake de bestrijding van het witwassen van geld vallen? 

B) Indien het Hof oordeelt dat die regeling in strijd is met het Unierecht, legt de Unieregeling, zoals beschreven, om het nuttig effect van communautaire belangen te beschermen, dan de radicale sanctie op van nietigheid: 

a) van de overdrachten die hebben plaatsgevonden toen de regeling van vóór de goedkeuring van het wetsbesluit tot omzetting van [richtlijn 2021/2167] in nationaal recht, nog van kracht was? 

b) van de volmachten tot inning die zijn verleend aan entiteiten die niet zijn ingeschreven in een register dat onder toezicht staat van de onafhankelijke sectorale autoriteit die is belast met de controle op de naleving van de regeling inzake de bestrijding van het witwassen van geld?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-43/71 Politi/Ministero delle finanze; C-41/74 Van Duyn/Home Office; C-148/78 Ratti; C-8/81 Becker; C-12/86 Demirel/Stadt Schwäbisch Gmünd; C-693/19 SPV Project 1503; C-485/19 Profi Credit Slovakia.

Specifiek beleidsterrein: FIN