C-662/13 Surgicare

Contentverzamelaar

C-662/13 Surgicare

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijizngsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   20 februari 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   6 maart 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   6 april 2014
Trefwoorden: btw (fraude); neutraliteitsbeginsel

Onderwerp
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Pb L 347, blz. 1)

Verzoekster is eigenaar van een ziekenhuis inclusief grond. De exploitatie van het ziekenhuis is na de oplevering overgedragen, alsmede die van de bar en het restaurant van het ziekenhuis. In de overdrachtsovereenkomst is opgenomen dat verzoekster verplicht is alle noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren met betrekking tot onderhoud, schoonmaken en dergelijke.
Verzoekster heeft btw betaald over de voor de overdracht ontvangen bedragen. Deze btw, en ook die voor de tijdens de bouw geleverde diensten aan het ziekenhuis, trekt zij af.
Er komt een belastinginspecteur (verweerder) langs die concludeert dat verzoekster geen recht heeft op aftrek van btw voor de bouw en onderhoud van het ziekenhuis. Verzoekster ontvangt dan ook een naheffingsaanslag omdat verweerder van mening is dat verzoekster misbruik maakt van het recht op terugbetaling. De overdracht heeft namelijk plaatsgevonden aan een onderneming die tot dezelfde groep behoort en door dezelfde personen wordt bestuurd.
Maar verweerder maakt een procedurele fout (de bijzondere procedure van artikel 63 van het wetboek fiscaal procesrecht, die belastingplichtigen ook bijzondere garanties geeft) hetgeen tot gevolg heeft dat de naheffingsaanslagen onrechtmatig zijn en geen rechtsgevolg kunnen hebben.

De verwijzende POR rechter (hoogste administratieve Rb) heeft maar een korte vraag in deze zeer uitgebreide verwijzingsbeschikking. Indien het Hof antwoordt dat de procedure van artikel 63 dient te worden toegepast, moeten de aanslagen nietig worden verklaard, aangezien de procedure niet in acht is genomen. In het tegenovergestelde geval dient vervolgens op basis van de bewezen feiten en in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof te worden nagegaan of er sprake is van misbruik:
“Moet de voorafgaande procedure die volgens het Portugese recht moet worden gevolgd wanneer sprake is van fiscaal misbruik, gelet op de communautaire oorsprong van de btw niet-toepasselijk worden geacht op btw-gebied wanneer de belastingadministratie vermoedt dat sprake is van misbruik dat erop gericht is teruggaaf van btw te verkrijgen?”

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-255/02 Halifax
Specifiek beleidsterrein: FIN mede VWS

Gerelateerde documenten