C-7/23 Marvesa Rotterdam 

Contentverzamelaar

C-7/23 Marvesa Rotterdam 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    14 maart 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    28 april 2023

Trefwoorden: visolie, diervoeder, invoer, visserijproducten

Onderwerp: 2002/994/EG: Beschikking van de Commissie van 20 december 2002 betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van uit China ingevoerde producten van dierlijke oorsprong

Feiten:

De verzoekende partij is een groothandelaar en verdeler van, onder meer, visolie bestemd als diervoeder. In het kader van haar activiteiten importeert zij ook visolie afkomstig uit China. Op 05-01-2018 wordt een gezondheidscertificaat afgeleverd door de Chinese grensautoriteiten in Fuzhou, China, voor het vervoer van een eerste partij visolie bestemd als diervoeder afkomstig van de voormelde Chinese producent, met een massa van 258.470 kg, naar Antwerpen. Op 25-01-2018 wordt een gezondheidscertificaat afgeleverd door de Chinese grensautoriteiten, voor het vervoer van een tweede partij visolie bestemd als diervoeder afkomstig van de voormelde producent naar Antwerpen. Op 23-02-2018 wordt de binnenkomst van de containers in de EU geweigerd door de grenscontrolepost Antwerpen. De verzoekende partij dringt vervolgens aan om een uitzonderlijke invoer toe te laten gelet op de waarde van de lading. Op vraag van het FAVV bevestigt de Deense grensinspectie dat de visolie in Denemarken wel werd toegelaten. Op 09-04-2018 wordt de kwestie besproken op de “Expert Group in veterinary import controls”. De conclusie luidt dat visolie voor niet-menselijke consumptie niet kan worden ingevoerd uit China aangezien visserijproducten opgenomen in de bijlage bij beschikking 2002/994 niet onder het toepassingsgebied vallen van verordening 1069/2009. Volgens de verzoekende partij valt visolie bestemd als diervoeder onder de notie visserijproduct in de zin van Deel 1 van de bijlage bij beschikking 2002/994/EG. De interpretatie van de verwerende partij strookt volgens haar niet met de duidelijke bewoordingen van de geschonden geachte Europese beschikking.

Overweging:

De discussie gaat over de interpretatie van het begrip visserijproducten zoals gehanteerd in deel 1 van de bijlage bij beschikking 2002/994. Het begrip visserijproduct wordt niet gedefinieerd in beschikking 2002/994. De verzoekende partij interpreteert het begrip visserijproducten in die zin dat ook visolie als visserijproduct dient te worden beschouwd ongeacht of deze visolie bestemd is voor menselijke consumptie dan wel voor diervoeder. De verwerende partij stelt dat enkel visolie bestemd voor humane consumptie onder de notie visserijproducten in de zin van voormelde bijlage valt. De verzoekende partij baseert zich op de bewoordingen van beschikking 2002/994 zelf, en het doel en de context ervan. Volgens de verzoekende partij strookt de interpretatie van de verwerende partij evenmin met de logica van de beschikking aangezien deze tot gevolg heeft dat visolie voor menselijke consumptie aan een minder streng regime zou worden onderworpen dan visolie voor diervoeder. De verzoekende partij verwijst ook naar de definities in de overige Europese regelgeving. Er is geen enkele indicatie dat het begrip “visserijproducten” beperkt zou zijn tot visserijproducten voor humane consumptie. De vraag rijst aldus of het begrip “visserijproduct” dient te worden begrepen als beperkt tot producten voor menselijke consumptie en of de bestreden beslissing waarbij de goederen werden teruggezonden op basis van de correcte motieven werd genomen.

Prejudiciële vragen:

Moet deel I van de Bijlage bij Beschikking 2002/994/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van uit China ingevoerde producten van dierlijke oorsprong, zoals laatst gewijzigd door Uitvoeringsbesluit 2015/1068/EU tot wijziging van Beschikking 2002/994/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van uit China ingevoerde producten van dierlijke oorsprong, aldus worden uitgelegd dat de notie 'visserijproducten’ zowel bestemd voor menselijke consumptie als producten bestemd voor dierlijke consumptie omvat, en dat derhalve visolie bestemd als diervoeder kan worden beschouwd als een 'visserijproduct' in de zin van voormelde Bijlage?

Indien het antwoord op de eerste vraag negatief is, schendt deel I van de Bijlage bij Beschikking 2002/994/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van uit China ingevoerde producten van dierlijke oorsprong, zoals laatst gewijzigd door Uitvoeringsbesluit 2015/1068/EU tot wijziging van Beschikking 2002/994/EG betreffende beschermende maatregelen ten aanzien van uit China ingevoerde producten van dierlijke oorsprong, artikel 22, lid 1, van richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht, desgevallend samengelezen met artikel 1 van het tweede Protocol bij het VWEU betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, doordat visserijproducten voor menselijke consumptie afkomstig uit China een vrijstelling verkrijgen van het invoerverbod uit artikel 2 van voormelde Beschikking 2002/994/EG, terwijl visserijproducten voor dierlijke consumptie afkomstig uit China onderworpen zijn aan dat invoerverbod?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: LNV