C-71/14 East Sussex County Council

Contentverzamelaar

C-71/14 East Sussex County Council

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak
Klik hier voor het volledige dossier van het Hof van Justitie

Termijnen: Motivering departement:   27 maart 2014
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:   13 april 2014
Schriftelijke opmerkingen:                   13 mei 2014
Trefwoorden: milieu-informatie

Onderwerp: Richtlijn 2003/4/EG — Toegang publiek tot milieu-informatie

De kernvraag in deze zaak is hoe het begrip ‘redelijk’ moet worden uitgelegd in RL 2003/4/EG waarin wordt gesteld dat een ‘vergoeding’ voor het verstrekken van milieu-informatie ‘redelijk’ moet zijn. Het gaat dan vaak over de (sinds 1925 wettelijke verplichte) verstrekking van informatie ten behoeve van toekomstige eigenaren van onroerende zaken (eigendomsoverdracht). Met name notarissen die aktes passeren doen vaak, naast het raadplegen van de openbare registers, aanvullende verzoeken om informatie. Niet alleen milieu-informatie maar ook ruimtelijke ordeningsprojecten kunnen voor potentiële eigenaren doorslaggevende informatie zijn. De Engelse orde van advocaten heeft (sinds 50 jaar) standaardvragenlijsten in gebruik, één formulier dat voor alle transacties gebruikt kan worden en één voor aanvullende vragen. In 2008 zijn wijzigingen voorgesteld mede met het oog op activiteiten van ondernemingen die zich op de ‘informatiemarkt’ hebben gestort. Er is echter veel onzekerheid over de vergoeding die voor de gevraagde informatie kan worden gevraagd.
Verzoeker stelt in datzelfde jaar een eigen overzicht van te betalen vergoedingen voor het verstrekken van de betreffende informatie opgesteld. Er wordt in juni 2011 een aanvraag ingediend door PSG Eastbourne voor informatie over een bepaalde onroerende zaak die onderwerp van een overdrachttransactie is. PSG vraagt de informatie om deze tegen commercieel tarief aan de notaris te leveren. Verzoeker vraagt GBP 17 voor de informatie; dat bedrag is voldaan. Maar PSG stelt wel de rechtmatigheid van de heffing ter discussie. Verzoeker stelt een onderzoek in of is voldaan aan de wettelijke voorschriften. Er volgt een klacht bij de Information Commissioner die beschikt dat een ‘redelijk bedrag’ beperkt moet blijven tot ‘de kosten van de beschikbaarstelling van de informatie in de aangegeven vorm’ (te weten kosten kopiëren en frankeren). Verzoeker gaat tegen die beschikking in beroep.

De verwijzende VK rechter legt het HvJEU de volgende vragen voor:
1) Hoe moet artikel 5, lid 2, van richtlijn 2003/4/EG worden uitgelegd, en in het bijzonder, mag een redelijke vergoeding voor het verstrekken van een bepaalde soort milieu-informatie omvatten:
a) een deel van de kosten voor het beheren van een databank die door de overheidsinstantie wordt gebruikt voor het beantwoorden van verzoeken om dat soort informatie;
b) algemene kosten verband houdend met het tijdsbeslag van het personeel, die naar behoren bij de berekening van de vergoeding zijn bepaald?
2) Is het verenigbaar met artikel 5, lid 2, en artikel 6 van deze richtlijn dat een lidstaat in zijn wetgeving bepaalt dat een overheidsinstantie een vergoeding mag verlangen voor de verstrekking van milieu-informatie die „...niet hoger is dan wat de overheidsinstantie als een redelijk beschouwt”, indien het besluit van de overheidsinstantie aangaande de vraag wat onder een „redelijk” bedrag dient te worden verstaan, aan bestuurlijk en rechterlijk toezicht is onderworpen zoals geregeld in het Engelse recht?

Specifiek beleidsterrein: IenM

Gerelateerde documenten