C-72/21 PRODEX  

Contentverzamelaar

C-72/21 PRODEX  

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     2 april 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     19 mei 2021

Trefwoorden : gecombineerde nomenclatuur; douane;

Onderwerp :

-           Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief;

-           Verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief;

-           Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief;

-           Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief;

-           Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur [van de Europese Unie] (2011/C-137/01), met name die op de onderverdelingen 4418 20 10 t/m 4418 20 80;

-           Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen;

-           Aanbeveling van het secretariaat van de Werelddouaneorganisatie van 16 november 2007 betreffende de referentiecodes 44.11 en 44.18;

Feiten:

Op 23-09-2014 heeft verzoekster in haar douaneaangifte verschillende goederen van (naald)hout aangegeven voor de douaneregeling “in het vrije verkeer brengen” waaronder binnendeuren en kozijnen en panelen. In het bestreden besluit wordt vastgesteld dat de goederen van verzoekster een behandeling moeten ondergaan voordat het montageproces kan worden voltooid. De VID (belastingdienst) heeft daaruit afgeleid dat de goederen niet kunnen worden ingedeeld onder de door verzoekster opgegeven onderverdeling. Verzoekster is tegen het besluit van de VID opgekomen bij de bestuursrechter, die zij om nietigverklaring ervan heeft verzocht – zonder succes. Van haar hoger beroep is vervolgens kennisgenomen door de regionale bestuursrechter, die er afwijzend op heeft beslist. Het standpunt van verzoekster dat de ingevoerde goederen producten in afgewerkte staat zijn die kunnen worden gebruikt overeenkomstig hun beoogde bestemming, en dat die goederen bedoeld zijn om zonder aanvullende behandeling of bewerking rechtstreeks aan de consument te worden verkocht, is van de hand gewezen. Verzoekster heeft daarop cassatieberoep ingesteld.

Overweging:

De verwijzende rechter verzoekt om uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening 2658/87. Simpel gesteld zou dit geding kunnen worden beschreven als een geding over de vraag of de ingevoerde goederen deuren dan wel houten panelen zijn.

Prejudiciële vragen:

1) Moet de gecombineerde nomenclatuur die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011, aldus worden uitgelegd dat onderverdeling 4418 20 ervan als afzonderlijke goederen deurkozijnen, deurlijsten en drempels kan omvatten?

2) Kan onderverdeling 4418 20 van de gecombineerde nomenclatuur, gelezen in het licht van regel 2, onder a), eerste volzin, van de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I, eerste deel, titel I, onder A, bij verordening (EU) nr. 1006/2011 van de Commissie van 27 september 2011 tot wijziging van bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, ook deurkozijnen en deurlijsten, deurpanelen en drempels in nietafgewerkte staat omvatten voor zover deze de essentiële kenmerken van deurkozijnen, deurlijsten en drempels in complete of in afgewerkte staat vertonen?

3) Moeten de in het hoofdgeding aan de orde zijnde panelen en lijsten, die zijn voorzien van een profiel en een decoratieve afwerking die objectief aantonen dat ze bestemd zijn voor de vervaardiging van deuren, deurkozijnen, deurlijsten en drempels, maar die, voordat de deur wordt gemonteerd, moeten worden bijgesneden om de lengte ervan aan te passen, en waarin inkepingen voor hengsels, en eventueel ook uitsparingen voor scharnieren alsook slotgaten moeten worden gemaakt, worden ingedeeld onder onderverdeling 4418 20 of, afhankelijk van de kenmerken van de specifieke panelen of lijsten, onder de posten 4411 en 4412 van de gecombineerde nomenclatuur?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-309/98;

Specifiek beleidsterrein: FIN;