C-744/22 Vodosnabdyavane i kanalizatsia 

Contentverzamelaar

C-744/22 Vodosnabdyavane i kanalizatsia 

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    20 februari 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    6 april 2023

Trefwoorden: consumenten, effectieve rechtsbescherming

Onderwerp: Benoeming van bijzondere vertegenwoordiger (advocaat) en daarmee gemoeide salaris om voor een consument in rechte op te treden.

Feiten:

Verzoekster „Vodosnabdyavane i kanalizatsia” EAD (een Bulgaars waterleidingbedrijf) eist voor de Bulgaarse rechter dat verweerder PQ (een Letse staatsburger die als consument wordt aangemerkt) wordt veroordeeld tot betaling van een geldbedrag en bijkomende rente in verband met het in zijn Bulgaarse vakantiewoning verbruikte water. 

De vordering is betekend op het bij de bevoegde autoriteiten bekende en in het zogeheten BULSAT register genoemde adres van PQ in Bulgarije maar hij werd op dat adres niet aangetroffen.

Nu de betekening niet aan verweerder is uitgereikt en gelet op de andere omstandigheden in deze zaak is het nu aan de verwijzende rechter om voor verweerder een bijzondere vertegenwoordiger (advocaat) aan te stellen, zodat de rechtsbescherming van verweerder voldoende kan worden gewaarborgd.

De verwijzende rechter dient bij de aanwijzing van een bijzondere vertegenwoordiger ook het salaris van deze vertegenwoordiger vast te stellen. De kosten hiervoor komen in eerste instantie voor rekening van de verzoeker maar de verweerder wordt tot betaling van deze kosten veroordeeld indien de verzoeker in het gelijk wordt gesteld.

Overweging:

De verwijzende rechter ziet bij aanwijzing van de bijzondere vertegenwoordiger en de vaststelling van zijn salaris een reëel risico dat de consument wordt veroordeeld tot betaling van kosten die vele malen hoger zijn dan de waarde van de vorderingen zelf. Verder bestaat het risico dat bij de vaststelling van een te laag salaris de daartoe bevoegde instantie de benoeming van een bijzondere vertegenwoordiger weigert waardoor de consument de mogelijkheid van effectieve rechtsbescherming wordt ontnomen. 

Prejudiciële vragen:

1. Zijn de bepalingen van artikel 2, lid 5, en artikel 7, lid 2, punt 1, van de Naredba 1 ot 09.07.2004g. za minimalnite razmeri na advokatskite vaznagrazhdenia (verordening nr. 1 van 9 juli 2004 inzake minimumtarieven voor de advocatuur), die op grond van artikel 47, lid 6, van de Grazhdanski protsesualen kodeks (Bulgaars wetboek van burgerlijke rechtsvordering) (GPK) van toepassing zijn en betrekking hebben op de regels voor de vaststelling van het honorarium van een bijzondere vertegenwoordiger van een afwezige verweerder in het kader van procedures als in het hoofdgeding – dat betrekking heeft op een vordering tegen een consument tot betaling van een geringe hoeveelheid verbruikt water – verenigbaar met artikel 19, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) juncto artikel 169, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), wanneer de consument ingeval hij in het ongelijk wordt gesteld ook wordt veroordeeld in de kosten van de bijzondere vertegenwoordiger, overeenkomstig artikel 78, lid 1, GPK?

2. Is de regeling van artikel 47, lid 6, GPK juncto artikel 26, lid 1, van de Zakon za pravnata pomosht (Bulgaarse wet op de rechtsbijstand) betreffende de aanwijzing van een bijzondere vertegenwoordiger ingeval de consument niet op zijn adres kan worden aangetroffen, op grond waarvan het honorarium door de rechter moet worden vastgesteld, waarbij ook de mogelijkheid bestaat dat dit wordt vastgesteld op een bedrag dat onder het minimumtarief ligt, terwijl de benoeming van een bijzondere vertegenwoordiger onder de bevoegdheid van een andere instantie valt, namelijk de raad van de orde van advocaten, die deze benoeming naar eigen goeddunken en reeds enkel op grond dat hij het niet eens is met het door de rechter vastgestelde honorarium, kan weigeren, verenigbaar met artikel 19, lid 1, VEU juncto artikel 169, lid 1, VWEU?

3. Is de rechter bevoegd om, door rechtstreekse toepassing van het Unierecht en in het bijzonder de bepalingen van artikel 19, lid 1, VEU juncto artikel 169, lid 1, VWEU, in geval van weigering om een advocaat als bijzondere vertegenwoordiger te benoemen, andere regels ter bescherming van de rechten van de consument in gerechtelijke procedures toe te passen, die volgens het nationale recht van de Republiek Bulgarije in dergelijke gevallen in beginsel niet van toepassing zijn, zoals de verlening van rechtsbijstand overeenkomstig artikel 95, lid 1, GPK, zonder dat de consument daarom heeft verzocht?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:

Specifiek beleidsterrein: EZK, JenV