C-757/24 Gemeinde Wien

Contentverzamelaar

C-757/24 Gemeinde Wien

Prejudiciële hofzaak  

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    17 januari 2025
Schriftelijke opmerkingen:                    24 februari 2025

Trefwoorden: sociale zekerheid, salarisanciënniteit, discriminatie

Onderwerp: 
-    Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep: artikelen 1, 2 en 6;
-    Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: artikel 21.

Feiten:
Verzoekende partij is ‘SG’, werkzaam bij verwerende partij (een gemeente). SG stelt dat de vernieuwde berekening van de salarisanciënniteit op basis van de arbeidscontractenregeling leidt tot discriminatie op grond van leeftijd. De wettelijke regeling leidt ertoe dat tijdvakken van werknemers die zijn vervuld vóór de leeftijd van 18 jaar met terugwerkende kracht slechts beperkt worden meegeteld, terwijl de tijdvakken van werknemers die zijn vervuld na de leeftijd van 18 jaar volledig worden meegeteld. SG stelt dat de anciënniteit zonder discriminatie moet worden vastgesteld, waardoor hij al op een eerder moment een salaristrap hoger ingeschaald had moeten worden. 

Overweging:
De verwijzende rechter vraagt zich af of een door het Hof vastgesteld verschil in behandeling op grond van leeftijd kan worden geacht te zijn opgeheven wanneer de nationale regeling die dit verschil in behandeling definitief beoogt af te schaffen, bepaalt dat bij de nieuwe berekening van de salarisanciënniteit van een ambtenaar ook de tijdvakken vóór indiensttreding die zijn vervuld vóór de leeftijd van 18 jaar in aanmerking moeten worden genomen. 

Prejudiciële vraag:
Moet het Unierecht, in het bijzonder de artikelen 1, 2 en 6 van richtlijn 2000/78, gelezen in samenhang met artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling [in het bijzonder § 49v, lid 3, punt 3, Besoldungsordnung 1994 (bezoldigingsregeling 1994)] in de versie van LGBl. 38/2023) waarbij om een bestaande discriminatie op grond van leeftijd op te heffen (zie met name met betrekking tot de gelijkluidende voorgaande federale bepaling het arrest in de zaak Leitner, C-396/17) een regeling is vastgesteld waarbij eerdere diensttijdvakken vóór de leeftijd van 18 jaar weliswaar in aanmerking worden genomen maar daarna slechts voor de helft meetellen bij de berekening van de eerdere diensttijdvakken en voor de compensatie van de discriminatie op grond van leeftijd, hoewel het volledig neutraliseren van de eerdere diensttijdvakken door middel van een forfaitaire aftrek weer is geschrapt?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: C-396/17 ; C-159/10 en C-160/10

Specifiek beleidsterrein: SZW