C-760/19 JCM Europe

Contentverzamelaar

C-760/19 JCM Europe

Prejudiciële hofzaak   

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     16 december 2019
Schriftelijke opmerkingen:                     2 februari 2020

Trefwoorden : gecombineerde nomenclatuur, validator bankbiljetten

Onderwerp :

•          Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1760 van de Commissie van 28 september 2016 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

•          GN-codes 8472, 8472 90 en 8472 90 70, en de GS-toelichting

 

Feiten:

Verzoeker (JCM) is een organisatie voor valuta- en transactiebeheer. Verweerder (HMRC) is belast met de inning en het beheer van de belastingen en douanerechten in het Verenigd Koninkrijk. Het geschil gaat over de iPRO-RC, een machine die de functies vervult van een validator voor bankbiljetten met een recirculatiemechanisme.  Het standpunt van JCM is dat de iPRO-RC onder postonderverdeling 9031 49 90 behoort te worden ingedeeld en dat met de indeling onder postonderverdeling 8472 90 90 de werkingssfeer van post 9031 en postonderverdeling 9031 49 90 op ongeoorloofde wijze wordt beperkt, en de werkingssfeer van post 8472 en postonderverdeling 8472 90 90 op ongeoorloofde wijze wordt uitgebreid. JCM stelt verder dat verordening 2016/1760 ongeldig is omdat de Commissie niet correct is geïnformeerd over de kenmerken van de machines bedoeld in de tegenstrijdige, naar het Comité doorverwezen Duitse en Britse BTI’s waarbij in de beschrijving van de apparaten als hoofdfunctie “geldtellen” werd opgegeven. JCM is het er niet mee eens dat “geldtellen” de hoofdfunctie van de machine vormt. Verder geeft JCM aan dat bij de indeling van de machine in verordening 2016/1760 de niet-bindende GS-toelichting niet naar behoren in aanmerking is genomen. Volgens HMRC is verordening 2016/1760 wel geldig. HMRC is van mening dat het Comité om tot zijn conclusies te komen een eerlijke procedure heeft gevolgd, dat het met het oog op indeling met de juiste juridische criteria rekening heeft gehouden en deze heeft toegepast, dat het de gedetailleerde bedienings- en onderhoudshandleiding voor de iPRO-RC van JCM heeft beoordeeld en dat er voor het Hof geen grond bestaat om in te grijpen in de door het Comité genomen beslissing.

 

Overweging:

De verwijzende rechter is van oordeel dat verordening 2016/1760 van toepassing is op het product dat wordt aangemerkt als de iPRO-RC. Daarnaast is het volgens de verwijzende rechter evenwel zeer goed verdedigbaar dat verordening 2016/1760 ongeldig kan zijn omdat zij de werkingssfeer van één van beide onderverdelingen ongeoorloofd beperkt of verruimt of dat er bij tenuitvoerlegging daarvan onvoldoende rekening wordt gehouden met de GN-toelichtingen en/of de GS-toelichtingen bij de betreffende posten en postonderverdelingen. De verwijzende rechter benadrukt dat de iPRO-RC een combinatie is van machines bestaande uit twee machines, of op zijn minst uit elementen die aanvullende functies vervullen: scankop en microcontroller voor het valideren/meten/verifiëren en het recirculatiemechanisme. Dergelijke machines moeten worden ingedeeld naar hoofdfunctie volgens aantekening 3, Afdeling XVI GN. Uit het verslag van de vergadering blijkt niet dat het Comité de functie of de hoofdfunctie van de machine heeft beoordeeld of bepaald. De verwijzende rechter stelt vast dat de bestemming van de iPRO-RC het valideren van bankbiljetten is met de bedoeling deze veilig op te slaan of uit te betalen op aanwijzing van de hostcontroller. Dit is vastgesteld aan de hand van de zichtbare functies van de machine. Wat de hoofdfunctie van de combinatie van machines betreft, oordeelt de verwijzende rechter per saldo dat die hoofdfunctie het valideren van bankbiljetten is. Zonder validatie van de bijbehorende acceptatie van de biljetten zijn alle andere functionaliteiten nauwelijks relevant of op zijn minst ondergeschikt.

 

Prejudiciële vragen:

1) Is [verordening 2016/1760] ongeldig voor zover het in [die verordening] beschreven apparaat bestaande uit een validator voor bankbiljetten en geldlades daarbij wordt ingedeeld onder GN-code 8472 90 70 en niet onder GN-code

9031 49 90?

2) In het bijzonder: is [verordening 2016/1760] ongeldig voor zover daarin:

1. de werkingssfeer van post 9031 onrechtmatig wordt beperkt;

2. de werkingssfeer van post 8472 onrechtmatig wordt verruimd;

3. rekening wordt gehouden met ontoelaatbare factoren;

4. bij de indeling van het product zoals beschreven in die verordening niet naar behoren rekening wordt gehouden met de toelichtingen, de GN-posten en/of de algemene regels voor de interpretatie?”

 

Aangehaalde (recente) jurisprudentie: Kubota (UK) Limited en EP Barrus Limited/HMRC (C-545/16), Union de pequenos Agricultores/Raad (C-50/00), Cabletron Systems Ltd (C-463/98), GROFA e.a., (C-435/15 en C-666/15)

Specifiek beleidsterrein: FIN

Gerelateerde documenten