C-763/22 Procureur de la République

Contentverzamelaar

C-763/22 Procureur de la République

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:    17 februari 2023
Schriftelijke opmerkingen:                    3 april 2023

Trefwoorden: Europees aanhoudingsbevel, uitleveringsverzoek derde land, besluit regeringsinstantie, beroepsmogelijkheid

Onderwerp: Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (Kaderbesluit EAB)

Feiten:

Tegen de in Spanje verblijvende OP loopt in Frankrijk een strafrechtelijke procedure. Hij blijkt in Madrid te zijn aangehouden en opgesloten op grond van een aanhoudingsbevel dat de Zwitserse autoriteiten tegen hem hadden uitgevaardigd. De Franse rechter besluit  een aanhoudingsbevel uit te vaardigen om de verdachte te dwingen te verschijnen. Deze rechter verneemt vervolgens dat bij besluit van de Spaanse ministerraad voorrang is  gegeven aan het uitleveringsverzoek van de Zwitserse overheid en derhalve niet werd voorzien in de tenuitvoerlegging van het door de Franse gerechtelijke autoriteiten uitgevaardigde Europees aanhoudingsbevel. Een bepaling uit de Spaanse wet bepaalt namelijk dat bij samenloop tussen een Europees aanhoudingsbevel met overlevering en een uitleveringsverzoek van een derde staat, de Spaanse rechterlijke autoriteit de procedure opschort en dat de kwestie aan de ministerraad wordt voorgelegd. Tegen dit besluit staat geen enkel rechtsmiddel open.

Overweging:

De verwijzende rechter stelt dat de Franse rechterlijke autoriteit er belang bij heeft na te gaan onder welke voorwaarden zij een verdachte zal kunnen berechten die momenteel is onderworpen aan de beslissing van de Spaanse regeringsautoriteiten om het aanhoudingsbevel voor OP al dan niet ten uitvoer te leggen. Bijgevolg is het van fundamenteel belang om te weten of de door de Spaanse autoriteiten toegepaste procedure al dan niet in overeenstemming is met de voorwaarden van het kaderbesluit EAB..

Prejudiciële vragen:

Staat kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, eraan in de weg dat de bevoegdheid om te beslissen over de vraag of een Europees aanhoudingsbevel dan wel een daarmee samenlopend uitleveringsverzoek van een derde staat ten uitvoer moet worden gelegd, door de wetgeving van een lidstaat wordt toegekend aan een regeringsinstantie, zonder dat in een beroepsmogelijkheid is voorzien? 

Specifiek beleidsterrein: JenV

Gerelateerde documenten