C-86/21 Gerencia Regional de Salud de la Junta de Castilla y León

Contentverzamelaar

C-86/21 Gerencia Regional de Salud de la Junta de Castilla y León

Prejudiciële hofzaak

Zie bijlage voor de verwijzingsuitspraak, en klik hier voor het dossier van het Hof van Justitie (voor zover beschikbaar).

Termijnen: Motivering departement:     5 april 2021
Schriftelijke opmerkingen:                     22 mei 2021

Trefwoorden : vrij verkeer van werknemers; arbeidsrecht;

Onderwerp :

-           Verdrag betreffende de Europese Unie;

-           Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

-           Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie.

Feiten:

Op 13-10-2017 heeft het directoraat gezondheidszorg (Gerencia Regional) een besluit van 06-10-2017 tot openstelling van de gewone procedure en de termijn voor het indienen van verzoeken om toetreding tot rang I van het loopbaanstelsel voor tijdelijk personeel met een langlopende arbeidsovereenkomst m.b.t. het jaar 2010 gepubliceerd. Een voorwaarde voor indiening is dat verzoeker vijf jaar beroepsuitoefening als lid van het statutair personeel van de gezondheidszorgdienst van Castilië en Leon kan aantonen, in dezelfde categorie als die waarin hij wenst toe te treden tot de desbetreffende rang van het loopbaanstelsel. Op 26-10-2017 heeft Delia haar verzoek om toetreding ingediend. Parallel daaraan heeft zij bezwaar gemaakt tegen het besluit van 06-10-2017, waarbij zij aanvoerde dat voor de vereiste vijf jaar van beroepsuitoefening, de tijdvakken van dienstverrichting in het nationale gezondheidszorgstelsel van Spanje en van elke andere lidstaat ook moeten worden meegeteld. Dat bezwaar is gedeeltelijk gegrond verklaard, in de zin dat de dienstverrichting voor het Spaanse gezondheidszorgstelsel moest worden meegeteld, maar de dienstverrichting voor het Portugese niet. Tegen dat besluit heeft Delia administratief beroep ingesteld. Dat beroep is bij vonnis toegewezen op grond dat de openstelling van de procedure een schending van het vrij verkeer van werknemers vormt. De Gerencia Regional heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld.

Overweging:

Gelet op de nationale regeling en rechtspraak van het Hof van Justitie, heeft de verwijzende rechter twijfels over de vraag of zowel artikel 45 VWEU als artikel 7 van verordening 492/2011 zich verzet tegen een nationale bepaling als artikel 6(2)c) van besluit 43/2009 (houdende de regeling van het loopbaanstelsel voor het statutair personeel van de gezondheidsdienst van Castilië en Leon) voor zover deze eraan in de weg staat dat het tijdvak van dienstverrichting in een openbaar ziekenhuis van een andere lidstaat in de beroepscategorie van verpleegkundige, wordt erkend. Aangenomen zou namelijk kunnen worden dat die nationale bepaling het beginsel van vrij verkeer van werknemers en het beginsel van gelijke behandeling schendt en indirecte discriminatie inhoudt. Daarentegen zou ook kunnen worden aangenomen dat die bepaling is gebaseerd op objectieve overwegingen die losstaan van de nationaliteit van de betrokken werknemers en die evenredig zijn met het door de bepaling nagestreefde doel, gezien de regeling van het loopbaanstelsel die daarin wordt geëffectueerd en rekening houdend met het feit dat er geen criteria voor de erkenning van de verschillende gezondheidszorgstelsels van de lidstaten bestaan.

Prejudiciële vragen:

1) Verzetten artikel 45 VWEU en artikel 7 van verordening (EU) nr. [492]/2011 zich tegen een nationale bepaling als artikel 6, lid 2, onder c), van Decreto 43/2009, de 2 de julio (besluit 43/2009 van 2 juli 2009), die in de weg staat aan de erkenning van het tijdvak van dienstverrichting in een bepaalde beroepscategorie in het openbare gezondheidszorgstelsel van een andere lidstaat van de Europese Unie?

2) Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt, zou dan aan de erkenning van het tijdvak van dienstverrichting voor het openbare gezondheidszorgstelsel van een lidstaat de voorwaarde kunnen worden gesteld dat er eerst algemene criteria voor de erkenning van loopbaanstelsels voor personeel van gezondheidsdiensten van de lidstaten van de Europese Unie moeten zijn vastgesteld?

Aangehaalde (recente) jurisprudentie:, C-415/93; C-109/04; ITC, C-208/05; C-19/92.

Specifiek beleidsterrein: SZW; EZK;