Civis europeus sum!

Contentverzamelaar

Civis europeus sum!

Sommige EU-burgers kunnen niet de rechten inroepen die EU-burgers hebben op grond van het EU-recht. Begrippen als ‘zuiver interne situatie’ en ‘omgekeerde discriminatie’ schuren in hun dagelijkse beleving van wat de EU voor hen zou moeten betekenen. In een uitvoerig advies aan het Hof in de zaak Ruiz Zambrano zet Advocaat-Generaal Eleanor Sharpston uiteen waarom EU-burgers rechten moeten kunnen ontlenen aan het EU-burgerschap, óók als ze zich niet tussen lidstaten verplaatsen. Over het komende arrest zal het ECER een bijzondere bijeenkomst organiseren.

Ruiz Zambrano is een Colombiaan die in 1999 samen met zijn vrouw arriveert in België. Hij schrijft zich in bij de gemeente Schaarbeek, gaat werken en bouwt een gezin op Tot op dit moment is hij echter illegaal in België. Zijn jonge kinderen die in België zijn geboren zijn daarentegen Belgen en dus ook EU-burgers. En dat heeft gevolgen voor het verblijfsrecht van Zambrano, zo vindt Sharpston.

In de arresten van het Hof tot nu toe over het EU-burgerschap ging het vrijwel altijd over een burger die zich verplaatste naar een andere EU-lidstaat, of was er of een andere manier wel een ‘grensoverschrijdend element’. Sharpston ziet echter niet in waarom grensoverschrijding noodzakelijk is voordat en EU-burger rechten kan ontlenen aan zijn EU-burgerschap. Ze wijst op verschillende arresten van het Hof (ook mbt het vrij verkeer van goederen) dat het ook kan gaan om ‘potentiële belemmeringen’ van vrijheden en ‘toekomstige gevolgen’ van belemmeringen.

Als altijd een grensoverschrijdend element nodig is dan leidt dat tot onlogische resultaten, zo beredeneert Sharpston. Een burger die naar een andere lidstaat reist, ook kortstondig, ontleent rechten aan het EU-burgerschap en anderen die binnen de grenzen van hun eigen lidstaat die rechten niet kunnen uitoefenen. Dit is de figuur van de ‘zuiver interne situatie, die kan leiden tot ‘omgekeerde discriminatie’, zoals erkend door het EU-Hof.

Volgens Sharpston is de tijd gekomen om hier een einde aan te maken. Hierbij stelt ze voor het nationale recht als minimum te hanteren. Omgekeerde discriminatie moet worden verboden, tenzij het nationale recht niet ten minste een gelijkwaardige bescherming biedt.

Sharpston gaat ook in op de argumenten van de lidstaten in deze zaak die naar voren hebben gebracht op deze manier de grip op het vreemdelingenbeleid verliezen. Volgens Sharpston kunnen lidstaten zelf bepalen aan wie ze hun nationaliteit toekennen, maar de lidstaten kunnen vervolgens niet langer zelf beslissen welke gevolgen het EU-burgerschap hieraan verbindt.

De kinderen van Zambrano hebben van België het EU-burgerschap gekregen. Zij kunnen hun recht op vrij verkeer niet uitoefenen zonder hun ouders. Daarbij speelt ook het fundamentele recht op gezinsleven een grote rol. Volgens Sharpston zou het verwijderen van Zambrano (en zijn vrouw die in dezelfde situatie zit) een ernstige inmenging zijn in het familieleven.

De vraag is echter of Zambrano wel een beroep kan doen op de EU-grondrechten. Volgens vaste rechtspraak kan dat pas als er sprake is van een maatregel die binnen de werkingssfeer van het EU-recht valt. In dit geval is het enige aanknopingspunt het EU-burgerschap van zijn kinderen.

Volgens Sharpston moet de EU grondrechten beschermen, ook als de EU nog geen bevoegdheden heeft uitgeoefend op een bepaald terrein. Zodra er een exclusieve of gedeelde bevoegdheid is van de EU in een bepaald rechtsgebied, dan moeten de grondrechten van een EU-burger beschermd worden, ook door het Hof. Sharpston denk dat deze formule de lidstaten zal aanzetten tot het maken van helder afgebakende EU-wetgeving in het vreemdelingenrecht en het strafrecht, in plaats van het op ad hoc basis aan het Hof te laten op dit soort problemen op te lossen.

Het ECER is van plan om ter gelegenheid van het komende arrest in deze zaak een bijzondere bijeenkomst te organiseren om de stand van zaken op dit gebied te bespreken.