Commissie laat discriminatie door sportbonden onderzoeken

Contentverzamelaar

Commissie laat discriminatie door sportbonden onderzoeken

De Europese Commissie heeft besloten een onafhankelijk onderzoek te starten naar sportfederaties die in hun reglementen bepalingen opnemen die discrimineren naar nationaliteit. Aanbevelingen om aan verboden discriminaties een eind te maken moeten eind 2010 gereed zijn.
 

Het onderzoek vloeit voort uit het bij het Witboek Sport gevoegde Pierre de Coubertin Actieplan. Het doel van het onderzoek is de voorwaarden en doelstellingen van die discriminatie door sportbonden te indentificeren, te analyseren en te toetsen aan de relevante bepalingen van het EG-Verdrag.

De Commissie worstelt al enige tijd met dit vraagstuk. Sport valt binnen de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht wanneer het een economische activiteit in de zin van artikel 2 van het EG-Verdrag vormt. Volgens vaste rechtspraak van het Hof dienen de reglementen van sportbonden de in het Verdrag vastgelegde fundamentele vrijheden te respecteren, en met name het beginsel van vrij verkeer zoals vastgelegd in het EG-Verdrag.

Anderzijds meent de Commissie, gelet op het beginsel van EU-burgerschap en de ontwikkeling van de jurisprudentie inzake de toegang tot sociale voordelen, dat het bedrijven van amateursport een sociaal voordeel vormt in de zin van Verordening (EEG) nr. 1612/68 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap, en dat wanneer een reglement van een sportbond onderdanen van andere lidstaten beperkingen oplegt wat betreft het bedrijven van amateursport, die beperkingen, wanneer zij niet gelden voor onderdanen van het eigen land, waarschijnlijk onder het algemene discriminatieverbod naar nationaliteit en de bepalingen inzake het burgerschap van de Unie vallen.

Het Hof heeft in dat verband een uitzondering toegestaan op het beginsel van vrij verkeer wanneer redenen van niet-economische aard, die uitsluitend de sport als zodanig betreffen, dat vereisen. Regels die uitsluitend de sport zelf betreffen, vallen niet binnen de werkingssfeer van het Verdrag, op voorwaarde dat ze strikt tot dat doel beperkt blijven. Dat geldt bijvoorbeeld voor de regels betreffende de samenstelling van nationale teams, waarvoor uitsluitend nationale spelers/atleten geselecteerd mogen worden.

De Commissie heeft eerder ook gesteld dat dezelfde redenering gevolgd kan worden met betrekking tot de organisatie van nationale individuele kampioenschappen waarbij nationale medailles, titels en records uitsluitend aan onderdanen van het organiserende land worden toegekend.

Als hoedster van de Verdragen ziet de Commissie erop toe dat het beginsel van de autonomie van sportorganisaties en hun verantwoordelijkheid voor het organiseren van sportwedstrijden verenigbaar blijft met het Gemeenschapsrecht, met name met het recht van iedere Europese burger die zich in een andere lidstaat vestigt om daar vrijelijk een sport te kunnen bedrijven, bij wijze van sociaal voordeel.

De sportfederaties hebben dus het recht om, rekening houdende met de specifieke kenmerken van hun sport, sportwedstrijden voor individuele deelnemers te organiseren waaraan alleen eigen onderdanen mogen deelnemen en die gericht zijn op het toekennen van nationale medailles, titels of records. Daarnaast moeten zij er echter voor zorgen dat, overeenkomstig de in het voorafgaande aangegeven beginselen, alle EU-onderdanen die zich in hun land bevinden deel kunnen nemen aan wedstrijden op provinciaal, regionaal of nationaal niveau.

De Commissie is zich ervan bewust dat de kwestie van individuele competities die leiden tot het verlenen van nationale kampioenstitels veel verschillende sporten en sportreglementen betreft. Om de reikwijdte en de consequenties van de verschillende maatregelen waarop haar aandacht is gevestigd, te kunnen beoordelen, laat de Commissie een studie verrichten naar de toegang tot individuele sportwedstrijden voor atleten met een andere nationaliteit. Dit onderzoek wordt verricht overeenkomstig de aanbeveling in punt 40 van het Pierre de Coubertin-Plan dat bij het Witboek Sport is gevoegd.