Commissie mag alsnog dwangsom innen bij Frankrijk

Contentverzamelaar

Commissie mag alsnog dwangsom innen bij Frankrijk

Frankrijk moet alsnog een dwangsom betalen aan de Commissie naar aanleiding van een inbreuk op het EU-recht die teruggaat tot 1991. Dat heeft het Gerecht van de EU geoordeeld. In 2005 werd Frankrijk opnieuw door het Hof veroordeeld omdat Frankrijk het arrest uit 1991 niet was nagekomen. Het Hof legde een boete en een dwangsom op. Het Hof heeft hiermee de Commissie de bevoegdheid gegeven om de dwangsom te innen. De Commissie hoeft geen nieuwe inbreukprocedure te starten.

In 2005 legde het Hof Frankrijk in een zogenoemde 228-procedure (nu artikel 260 EU-werkingsverdrag) een boete op van 20 miljoen euro en een dwangsom van bijna 58 miljoen euro. Het betreft de verkoop van te kleine vissen. Het was de eerste keer dat een lidstaat beide typen sancties kreeg opgelegd. De dwangsom werd verbeurd na een half jaar als Frankrijk de verplichtingen op dat moment niet was nagekomen. De Commissie besloot de dwangsom te innen, maar daar was Frankrijk het niet mee eens en stelde beroep in bij het Gerecht.

Het Gerecht oordeelt dat de Commissie haar bevoegdheden niet heeft overschreden door de dwangsom te innen. In het arrest uit 2005 heeft het Hof duidelijk vastgesteld dat de inbreuk voortduurde. Dit machtigt de Commissie om de dwangsom te innen. Er is geen sprake van een nieuwe beoordeling door de Commissie van de inbreuk, enkel of die nog voortduurt. Het was volgens het Gerecht ook niet mogelijk voor de Commissie om een korting toe te passen op de dwangsom, bijvoorbeeld omdat de inbreuk minder ernstig zou zijn geworden.