Commissie presenteert voorstel voor patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg

Contentverzamelaar

Commissie presenteert voorstel voor patiëntenrechten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg

Patiënten hebben volgens het EG-Hof het recht om medische zorg te ontvangen in een andere lidstaat. Die moet in beginsel worden vergoed door het eigen land. Maar er is heerst nog steeds onduidelijkheid over de manier waarop deze rechtspraak van het EG-Hof moet worden toegepast. Met een nieuwe richtlijn wil de Commissie rechtszekerheid op dit gebied bieden. De eerste bespreking in het Europees Parlement bracht al controversen aan het licht.

Mobiliteit van patiënten in Europa is een gevoelig thema. Ontwerpvoorstellen van de Europese Commissie stuitten in december vorig jaar om uiteenlopende redenen op weerstand van het Europees Parlement en enkele lidstaten. De recent aangetreden Cypriotische eurocommissaris Vassiliou heeft nu de knoop doorgehakt. Basisprincipe is dat patiënten zonder ongerechtvaardigde obstakels zorg in het buitenland kunnen ontvangen. Een aantal controversiële punten wordt met rust gelaten.

Uitgangspunt voor de Commissievoorstellen is de rechtspraak van het Hof van Justitie op dit gebied (zie o.a. de arresten C-120/95 Decker, C-158/96 Kohll, C-368/98 Vanbraekel, C-157/99 Smits en Peerbooms en C-385/99 Müller-Fauré en van Riet). Het Hof heeft bevestigd dat patiënten recht kunnen hebben op vergoeding van medische behandeling in het buitenland. Ondanks deze jurisprudentie is het onduidelijk gebleven hoe er nu precies moet worden omgegaan met medische behandelingen over de grens. Met name de belemmeringen op nationaal niveau en de rechtvaardigingen die daarvoor bestaan roepen veel vragen op. Met een richtlijn en een interpretatieve mededeling wil de Commissie rechtszekerheid bieden op dit vlak.

De richtlijn respecteert het uitgangspunt van artikel 152, lid 5 EG: de lidstaten blijven zelf verantwoordelijk voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en medische zorg. Uit rechtspraak van het Hof blijkt echter dat andere verdragbepalingen, zoals artikel 49 EG (vrij verkeer van diensten), aanleiding kunnen vormen voor lidstaten om de volksgezondheidswetgeving aan te passen. De Commissie richt zich in het nieuwe voorstel met name op het recht van patiënten om over de grens behandeling te ontvangen (hoofdstuk III van de richtlijn). Meer controversiële thema’s als een ‘vrij verkeer van zorgverzekering’ en Europese concurrentie op de zorgmarkt zijn niet in de voorstellen opgenomen. De voorstellen vormen onderdeel van de sociale agenda van de Commissie. Rechtsbasis onder de voorgestelde richtlijn is artikel 95 EG dat de harmonisatie van de interne markt tot doel heeft.

Het basisprincipe van het voorstel is dat de patiënt in het buitenland aanspraak kan maken op datgene wat ook in eigen lidstaat wordt aangeboden (artikel 6, lid 1). Hiervoor zullen obstakels moeten worden weggenomen, maar ontstaan er ook mogelijkheden voor de lidstaten om voorwaarden te verbinden aan behandeling in het buitenland en zodoende het eigen ziektekostenstelsel te beschermen. De vergoeding voor de behandeling kan beperkt worden tot het bedrag dat vergoed zou zijn als de behandeling in de lidstaat zelf had plaatsgevonden (voorgesteld artikel 6, lid 2). Hiermee wordt voorkomen dat dure behandelingen in het buitenland moeten worden vergoed door de woonstaat.

Tegelijk met het richtlijnvoorstel heeft de Commissie een mededeling gepresenteerd over betere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van grensoverschrijdende gezondheidszorg.

Update: De eerste besprekeing van het voorstel heeft op 15 juli 2008 plaatsgevonden in het Europees Parlement. Hier bleek dat een aantal partijen grote moeite met het voorstel heeft. De fundamentele vraag die opgeworpen is, is of de communautaire verdragsvrijheden volledig van toeapssing zijn op dit thema.