Commissie stelt aanpassing oude comitologieprocedure voor

Contentverzamelaar

Commissie stelt aanpassing oude comitologieprocedure voor

De Commissie heeft twee voorstellen gepresenteerd om in 171 EU-instrumenten de nog functionerende “regelgevingsprocedure met toetsing” (de “PRAC”) aan te passen aan het Verdrag van Lissabon. Met deze voorstellen komt de Commissie één van de afspraken uit het Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven na.

Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (2009) is het oude systeem voor overdracht van bevoegdheden aan de Commissie tot vaststelling van nadere regelgeving (‘comitologie’) dat functioneerde op basis van het Comitologie-besluit (1999/468/EG) vervangen door twee nieuwe vormen voor de vaststelling van nadere regelgeving: delegatie (art. 290 VWEU) en uitvoering (art. 291 VWEU).

In de Comitologieverordening van 2011 werden automatisch drie van de vier oude  ‘comitologie’-procedures vervangen door de deels nieuwe procedures onder de Comitologieverordening (t.w. adviesprocedure en onderzoeksprocedure, van toepassing bij uitvoeringshandelingen). De vierde procedure, de regelgevingsprocedure met toetsing (ook wel PRAC, naar de Franse afkorting), kon niet meer in nieuwe wetgevingsinstrumenten worden ingevoerd. Wel kon deze procedure in bestaande instrumenten die waren aangenomen vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon nog worden toegepast tot het moment van aanpassing van die instrumenten.

De Commissie had eerder, in 2013, een poging gedaan om de basishandelingen waarin nog verwezen wordt naar de PRAC-procedure aan te passen aan de nieuwe procedures door middel van zgn. “omnibus-verordeningen” ( COM (2013) 451; COM (2013) 452 en COM(2013) 751). In die omnibusvoorstellen stelde de Commissie voor om de PRAC in één veegactie te vervangen door delegatie dan wel uitvoering. Deze exercitie om de PRAC aan te passen is in 2014 gestrand, voornamelijk vanwege de kritische houding binnen de Raad.  De Raad had in het bijzonder moeite met de automatische vervanging van de PRAC door delegatie, zonder voldoende garanties dat experts van de lidstaten systematisch zouden worden geraadpleegd bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

In het Interinstitutioneel Akkoord Beter Wetgeven (IIA Beter Wetgeven) van april 2016 erkennen de drie instellingen (Commissie, Raad en Europees Parlement) de noodzaak om alle bestaande wetgeving aan te passen aan het bij het Verdrag van Lissabon ingevoerde rechtskader, en met name de noodzaak van een snelle aanpassing van alle basishandelingen die nog verwijzen naar de PRAC. Daartoe bepaalt het akkoord dat de Commissie uiterlijk eind 2016 voorstellen indient voor aanpassing van de PRAC. Met de huidige voorstellen komt de Commissie deze afspraak na. In het IIA Beter Wetgeven zijn verder afspraken gemaakt over de systemische raadpleging van deskundigen van de lidstaten voorafgaand aan de vaststelling van gedelegeerde handelingen.

De Commissie stelt voor om in 171 bestaande EU-basishandelingen de nog functionerende PRAC te vervangen door het toekennen van een delegatiebevoegdheid aan de Commissie dan wel de Commissie de bevoegdheid te verlenen uitvoeringshandelingen vast te stellen. In negen bestaande EU-basishandelingen waarin naar de PRAC wordt verwezen zitten bevoegdheidstoekenningen die volgens de Commissie geheel geschrapt zouden moeten worden omdat deze achterhaald zijn.

Voor de aanpassing van de PRAC in een drietal basishandelingen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht waaraan niet alle lidstaten deelnemen heeft de Commissie een apart voorstel gedaan ( COM (2016) 798). De aanpassing van de PRAC in de overige basishandelingen is meegenomen in voorstel COM (2016) 799.

Tweeëntwintig EU-basishandelingen waarin wordt verwezen naar de PRAC zijn niet meegenomen in deze “omnibussen”, omdat zij op dit moment afzonderlijk herzien worden. Hetzelfde geldt voor de herziening van negen andere EU-basishandelingen waarvoor binnenkort voorstellen worden voorgelegd.

Daarnaast zijn er nog acht EU-basishandelingen op het gebied van pesticiden en voedingsmiddelen die niet zijn meegenomen in deze voorstellen. Hoewel aanpassing van deze basishandelingen door omzetting van de PRAC naar delegatie volgens de Commissie in de rede zou liggen, denkt de Commissie nog na over een meer geschikte wijze van aanpassing van deze basishandelingen,o.a. in het licht van de onlangs aangenomen wetgeving inzake nieuwe voedingsmiddelen.

Door weer voor een omnibus te kiezen, volgt de Commissie dezelfde systematiek als bij de voorstellen die zij in 2013 heeft gedaan, maar dit keer wordt voorgesteld om de betreffende artikelen over bevoegdheidsoverdracht aan de Commissie in elke basishandeling afzonderlijk te wijzigen. Dat betekent dat de bepalingen die de Commissie een bevoegdheid tot vaststelling van nadere regelgeving toekennen, worden gewijzigd en dat de standaardbepalingen over de uitoefening van gedelegeerde -/uitvoeringsbevoegdheden worden opgenomen in elke basishandeling. Daarbij worden ook de nieuwe standaardclausules over de raadpleging van experts bij de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, zoals afgesproken in het IIA Beter Wetgeven, meegenomen.

Voor wat betreft de keuze tussen delegatie en uitvoering sluit de Commissie grotendeels aan bij de voorstellen die zij in 2013 heeft gedaan. Dat betekent dat de Commissie in het merendeel van de gevallen voorstelt om de PRAC om te zetten naar delegatie.

In de gevallen waarin de Commissie voorstelt de PRAC om te zetten naar delegatie, wordt deze bevoegdheid voor onbepaalde tijd overdragen. In de gevallen waarin de voorstellen voorzien in de mogelijkheid tot het volgen van een spoedprocedure wordt gemotiveerd in welke omstandigheden dat mogelijk is (dwingende redenen van urgentie).

Lees meer: