COVID-19 binnen het ACSH erkend als beroepsziekte

Contentverzamelaar

COVID-19 binnen het ACSH erkend als beroepsziekte

Lidstaten, werknemers en werkgevers in het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (ACSH) van de EU zijn het eens geworden dat COVID-19 moet worden erkend als beroepsziekte in de gezondheidszorg, de maatschappelijke dienstverlening en de thuiszorg en in sectoren waar de werkzaamheden met een bewezen besmettingsrisico toenemen in een pandemie. Ook hebben zij afgesproken dat de EU-lijst van beroepsziekten zal worden bijgewerkt.

Het definitief ACSH-advies is hier in te zien. Het bereikte akkoord is een belangrijke stap in de uitvoering van het  strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027 , dat de Commissie in juni 2021 heeft aangenomen (zie dit ECER-bericht). Daarin kondigde de Commissie aan dat zij haar eerdere  aanbeveling over beroepsziekten  tegen het einde van 2021 zou actualiseren om COVID-19 erin op te nemen.
Het EU-kader omvat belangrijke acties op EU-niveau om de gezondheid en de veiligheid van werknemers de komende jaren te verbeteren. Een van de belangrijkste horizontale doelstellingen is de paraatheid voor eventuele toekomstige gezondheidscrises. Dit betekent ook dat in eventuele toekomstige COVID-19-golven meer steun aan werknemers moet worden verleend.

Naar aanleiding van het advies van het ACSH zal de Commissie de  Aanbeveling 2003/670/EG van de Commissie van 19 september 2003 betreffende de Europese lijst van beroepsziekten  actualiseren, die een lijst bevat  van de beroepsziekten en agentia die deze kunnen veroorzaken en die de lidstaten volgens de Commissie zouden moeten erkennen. Het doel is dat de lidstaten hun nationale wetgeving aanpassen aan de geactualiseerde aanbeveling. Als COVID-19 in een lidstaat als beroepsziekte wordt erkend, kan dit werknemers in de desbetreffende sectoren die op de werkplek COVID-19 hebben opgelopen, op grond van de nationale regels specifieke rechten geven, zoals het recht op schadeloosstelling.

Achtergrond
Hoewel de gezondheidscrisis vanwege de COVID-19-pandemie in Europa zich positief ontwikkelt en de lidstaten de beperkende maatregelen langzaam aan het opheffen zijn, blijft de epidemiologische situatie ernstig. Met ingang van 12 mei 2022 heeft het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) bepaalde omikron-subvarianten aangemerkt als “ zorgwekkende varianten ”. Een betere bescherming van werknemers is met het oog op mogelijke toekomstige COVID-19-golven dan ook gerechtvaardigd.

Sommige werknemers, met name werknemers die zijn blootgesteld aan besmette personen, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening, lopen een verhoogd risico op COVID-19. Bovendien kunnen er in een pandemie nog andere sectoren zijn waar werknemers vanwege de aard van hun werkzaamheden mogelijk een groter risico lopen om met COVID-19 besmet te worden.

De erkenning en schadeloosstelling van beroepsziekten zijn een nationale bevoegdheid. De meeste lidstaten gaven al bij de Commissie aan dat zij COVID-19 al als beroepsziekte of arbeidsongeval erkennen en dat dit in hun nationale regels is vastgelegd. De Commissie vindt actualisering van de aanbeveling van de Commissie over beroepsziekten belangrijk om te bevorderen dat alle lidstaten COVID-19 als beroepsziekte erkennen. Meer informatie over EU-maatregelen ter ondersteuning van de gezondheid en veiligheid op het werk is te vinden op deze website van de Europese Commissie.

Meer informatie

Persbericht Europese Commissie
ECER-dossier : Arbeidsrecht- Arbeidsomstandigheden