Deense en Duitse mosselen ook zonder vergunning in Nederlandse wateren

Contentverzamelaar

Deense en Duitse mosselen ook zonder vergunning in Nederlandse wateren

Mosselen die afkomstig zijn uit andere EU-lidstaten kunnen ook zonder voorafgaande vergunning uitgezet worden in de Nederlandse wateren. Het EG-Hof van Justitie heeft besloten dat Nederland niet kan rechtvaardigen waarom in Nederland voor deze categorie schelpdieren een vergunning moet worden aangevraagd, en niet voor de eigen ‘Nederlandse’ mosselen. Mosselen die bijvoorbeeld uit de andere delen van de Waddenzee of het Nauw bij Calais afkomstig zijn, komen in biologisch opzicht uit hetzelfde gebied en kunnen dus geen gevaar opleveren voor het Nederlandse milieu.

Een beschikking van de minister van Landbouw uit 1977 verbood schelpdieren uit te zaaien of uit te zetten, met uitzondering van schelpdieren die afkomstig zijn uit Nederland. In de ogen van de Commissie was deze maatregel een verboden belemmering van het vrij verkeer van goederen binnen de EU (artikel 28 en 30 EG) en discriminerend ten opzichte van producenten uit andere lidstaten. Zij startte een inbreukprocedure tegen Nederland.

Volgens Nederland was er inderdaad sprake van een belemmering, maar was deze gerechtvaardigd om redenen van natuurbescherming. Hiervoor deed Nederland tevens een beroep op de habitatrichtlijn (92/43/EG), die het mogelijk maakt de eigen habitat te beschermen tegen uitheemse flora en fauna.

Volgens het Hof staan de diersoorten die Nederland in dit geval wil beschermen niet op de lijst bij de habitatrichtlijn. Ook is het Hof het niet eens met de overige aangevoerde rechtvaardigingen. Nederland heeft niet kunnen aantonen dat de maatregel geschikt is om deze soorten te beschermen. Als het gaat om schelpdieren die afkomstig zijn uit Denemarken, Duitsland of het Noorden van Frankrijk kan er geen sprake zijn van ‘exoten’. Bovendien is tijdens de procedure gebleken dat er in het verleden zonder problemen mosselen uit de Ierse zee en Keltische zee zijn uitgezet in de Oosterschelde.

De Nederlandse regeling is daarom volgens het EG-Hof in strijd met de artikelen 28 en 30 EG.