Duitse homopartners moeten hetzelfde pensioenbedrag krijgen als gehuwden

Contentverzamelaar

Duitse homopartners moeten hetzelfde pensioenbedrag krijgen als gehuwden

De Duitse regeling voor de berekening van aanvullende pensioenuitkeringen, die gunstiger is voor getrouwde stellen dan voor geregistreerde partners, is in strijd met het verbod op discriminatie naar seksuele geaardheid. Dat heeft het EU-Hof bepaald in een zaak van een Duitse ambtenaar die ruim 300 euro belastingvoordeel per maand misliep ten opzichte van zijn getrouwde collega’s.

Het gaat om het arrest van het EU-Hof van 10 mei 2011 in de zaak van Jurgen Römer tegen de Freie und Hansestadt Hamburg. Klik hier voor het persbericht

De Duitse man in kwestie deed een beroep op de richtlijn 2000/78 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep. Om vast te stellen dat sprake is van discriminatie is het van belang dat de situatie van geregistreerde partners gelijk is aan die van getrouwde stellen. Het Hof laat het aan de Duitse rechter om dit definitief te beoordelen, maar geeft wel aan dat sprake is van vergelijkbare situaties.

Volgens het Hof heeft Duitsland sinds 2001, toen het partnerschap werd opengesteld voor personen van hetzelfde geslacht, die regeling geleidelijk aan gelijkgesteld met de voor het huwelijk geldende regeling. Zowel partners als echtgenoten moeten elkaar volgens de Duitse wet helpen, bijstaan, en ook door middel van hun werk bijdragen aan de tussen de partners ontstane gemeenschap.

Römer kan echter pas vanaf 3 december 2003 aanspraak maken op de bescherming van de richtlijn. Op die datum verstreek de implementatietermijn van de richtlijn voor Duitsland.

Eerder tikte het Hof Duitsland ook al op de vingers in een zaak waarin een Duitse homoseksueel geen aanspraak kon maken op een nabestaandenpensioen op basis van de pensioenrechten van zijn overleden partner. In de zaak Maruko oordeelde het Hof dat voor een nabestaandenuitkering het levenspartnerschap vergelijkbaar is met die van echtgenoten.