E-zaken (EVA-Hof)

Contentverzamelaar

E-zaken (EVA-Hof)

EVA-Hof zaak

Zie bijlage rechts voor de verwijzingsuitspraak

Termijnen: Motivering departement:  26 juni 2015
(Concept-) schriftelijke opmerkingen:  11 juli 2015
Schriftelijke opmerkingen (engelstalig) 11 augustus 2015 (fatale termijn)
Trefwoorden: sociale zekerheid (invaliditeitspensioen)

Onderwerp
Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Verzoeker Bautista is SPA burger, geboren 1969, die van 1990 – 1991 en van 1995 – 31-08-2006 in LIE heeft gewerkt als bouwvakker. Vanaf 2010 woont hij weer in SPA. Verweerster is een LIE verzekeringsmaatschappij Verzoeker ontvangt vanaf 01-08-2005 25% invaliditeitspensioen, en vanaf 01-09-2008 100%. In december 2009 vindt een (wettelijk geregelde) controle plaats; verzoeker krijgt een brief met vragen over zijn gezondheid. In mei 2010 stelt verweerster per brief aan verzoeker vast dat geen wijziging wordt doorgevoerd in zijn uitkering. In mei 2013 wordt dit herhaald. Daarnaast wordt dan ook de SPA gezondheidsdienst per brief gevraagd om een medisch rapport (met formulier E 213). Deze dienst antwoordt in september 2013 waarin wordt aangegeven dat verzoeker in staat moet worden geacht ‘lichte arbeid’ te verrichten. Verweerster neemt daarop de datum van het verrichte onderzoek als ‘begindatum verbetering gezondheid’. Zij informeert verzoeker dat het in haar voornemen ligt de uitkering op te schorten. Verzoeker geeft aan dat hij slechts tien minuten met een arts gesproken heeft en het niet eens is met de uitkomst. Hij overlegt daarbij nadere documenten over zijn gezondheidssituatie. Maar in maart 2014 besluit verweerster dat vanaf 30-04-2014 verzoeker geen uitkering meer krijgt. Verzoeker maakt bezwaar maar die worden bij besluit van 02-10-2014 ongegrond verklaard. In beroep bij de verwijzende rechter verwijt verzoeker dat verweerster haar besluit enkel op het oordeel van de SPA arts heeft gebaseerd maar de door hem overgelegde documenten waaruit zou blijken dat van geen verbetering van zijn gezondheid sprake is hebben genegeerd. Verweerster stelt dat zij zich, gezien artikel 87(2) van Vo. 987/2009, terecht op het SPA rapport heeft mogen baseren, ook gezien het gedetailleerde medisch rapport in het E 213 formulier. Verzoeker stelt dat het bindend effect in artikel 87(2) van de Vo. niet zo strikt dient te worden uitgelegd.

De verwijzende LIE rechter (Fürstliches Obergericht Liechtenstein) vindt het noodzakelijk vragen aan het EVA-Hof voor te leggen gezien de verschillen in inzicht over het al dan niet bindend effect van het genoemde Vo.artikel. De vragen luiden als volgt:
1. Is a recipient of benefits (claimant) prohibited, because the debtor institution is bound by the findings of the institution of the place of stay or residence under the second sentence of Article 87(2) of Regulation No 987/2009, from challenging those findings in the procedure before the debtor institution?
2. If the first question is answered in the affirmative: does that binding effect also apply in court proceedings which, under national procedural rules, follow on from the proceedings before a debtor institution?

Specifiek beleidsterrein: SZW en VWS

Gerelateerde documenten