Eerste nauwere samenwerking binnen de EU in aantocht

Contentverzamelaar

Eerste nauwere samenwerking binnen de EU in aantocht

Voor het eerst sinds het Verdrag van Amsterdam wordt gesproken over nauwere samenwerking tussen lidstaten. Negen lidstaten zijn van plan om onderling een EU-verordening in te voeren over het toepasselijk recht bij echtscheidingen. Dit nieuwe stelsel van regels, Rome III genaamd, zal dan enkel voor deze lidstaten van kracht worden. Nauwere samenwerking is juridisch en politiek een lastige operatie.

De mogelijkheid van nauwere samenwerking is geïntroduceerd door het Verdrag van Amsterdam. De regeling is opgenomen in het EU-Verdrag (artikel 43 e.v.) en het EG-Verdrag (artikel 11 e.v.).
De lidstaten die nu het spits afbijten zijn Frankrijk, Spanje, Luxemburg, Itali ë, Hongarije, Roemenië, Oostenrijk en Slovenië. Deze lidstaten willen graag een nieuwe verordening invoeren over het toepasselijk recht bij echtscheiding. In de opvatting van deze lidstaten moeten paren scheiden volgens het recht van de lidstaat waar ze het langst verbleven hebben als ze het niet eens kunnen worden over het toepasselijk recht. Hiermee moet volgens deze lidstaten ‘forum shopping’ worden voorkomen (scheiding volgens het recht van een lidstaat waar ze eigenlijk geen band mee hebben).

Het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie is geblokkeerd door met name Zweden. Om deze reden wordt nauwere samenwerking overwogen door de negen. De figuur van nauwere samenwerking is inderdaad bedoeld voor wetgeving waar geen akkoord over kan worden bereikt. Er zijn echter ook een aantal nadelen:

- er ontstaan als het ware twee regimes binnen de Unie. Dat kan extra juridische moeilijkheden met zich meebrengen.
- Het huidige acquis mag niet worden aangetast (artikel 43, onder c, EU). Er bestaan al regels op dit gebied, zoals de verordening Brussel II- bis.
- Deze eerste versterkte samenwerking heeft een sterke precedentwerking. Er moet daarom een echte noodzaak aanwezig zijn. Nauwere samenwerking moet geen Europees recht ‘á la carte’ worden. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, zien geen problemen in de praktijk. Er is onvoldoende bewijs van ‘forum shopping’ of een ‘race naar de rechter’. .

Een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten moet akkoord gaan met de nauwere samenwerking (artikel 44, lid 1 EU). Veel lidstaten doen zelf niet mee, maar hebben ook geen bezwaar. Nederland heeft bezwaar tegen het verordeningsvoorstel omdat het in sommige gevallen moeilijker en mogelijk ook duurder zou worden om in Nederland een echtscheiding te verkrijgen. De optie van nauwere samenwerking neemt dit bezwaar niet weg en is dus voor Nederland niet aantrekkelijk, aldus staatssecretaris Albayrak.

Lees ook de brief van staatssecretaris Albayrak aan de Eerste Kamer over het Nederlandse standpunt.