EU-Fonds voor een rechtvaardigde transitie moet bijdragen aan een eerlijke en inclusieve klimaattransitie in de EU

Contentverzamelaar

EU-Fonds voor een rechtvaardigde transitie moet bijdragen aan een eerlijke en inclusieve klimaattransitie in de EU

De doelen van het Fonds voor een rechtvaardige transitie zijn om de negatieve gevolgen van de klimaattransitie te verzachten door steun te verlenen aan de gebieden en werknemers die het meest worden geraakt door de transitie. Het Fonds zal onder meer investeringen in hernieuwbare energie ondersteunen en de bij- en omscholing van werknemers en werkzoekenden financieren.

Het gaat om verordening 2021/1056 tot oprichting van het Fonds voor een rechtvaardige transitie .

Achtergrond

De EU heeft zich tot doel gesteld om zich bij de EU-financiering te concentreren op groene doelstellingen. Dertig procent van de uitgaven uit de EU-begroting moeten worden aangewend voor het ondersteunen van de (groene) klimaatdoelen. Hiermee beoogt de EU haar verbintenissen in het kader van het Klimaatakkoord van Parijs na te komen. In dit Klimaatakkoord is afgesproken dat alle partijen erna streven om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden ten opzichte van het pre-industriële niveau.

De Europese Commissie kondigde in de Europese Green Deal (2019) en het investeringsplan voor een duurzaam Europa (2020) aan dat er een mechanisme voor een rechtvaardige transitie moest komen. Het mechanisme moet de sociale, economische en milieugevolgen, met name voor werknemers die worden getroffen door het proces van transitie naar een klimaatneutrale EU, helpen aanpakken. Dit mechanisme voor een rechtvaardige transitie bestaat uit drie pijlers:

Fonds voor een rechtvaardige transitie

Territoriale aanpak

De regio’s en de lidstaten starten hun klimaattransitie niet allemaal vanaf hetzelfde beginpunt en beschikken ook niet allemaal over dezelfde capaciteiten om maatregelen te nemen. Sommige regio’s en lidstaten zijn verder gevorderd dan andere regio’s en lidstaten en de klimaattransitie heeft een groter sociaal, economisch en milieueffect op regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen (steenkool, bruinkool, turf en olieschalie) of van broeikasgasintensieve industrieën.

De lidstaten moeten samen met de betrokken plaatselijke en regionale autoriteiten van de betreffende gebieden ‘territoriale plannen voor een rechtvaardige transitie’ opstellen. Het gaat om gebieden die het zwaarst getroffen zijn door de economische en sociale effecten van de transitie, met name wat betreft de verwachte aanpassing van werknemers of het verwachte banenverlies bij de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen ( artikel 11, lid 1 ).

Soorten investeringen

In artikel 8, lid 2 van verordening 2021/1056 is opgenomen welke activiteiten kunnen worden gefinancierd op basis van het Fonds voor een rechtvaardige transitie. Het gaat onder meer om investeringen in het gebruik van technologie voor betaalbare schone energie en investeringen in hernieuwbare energie. Daarnaast kan de financiering uit het Fonds gebruikt worden voor het koolstofvrij maken van de lokale vervoerssector. Ook kan er geïnvesteerd worden in het herstel en de modernisering van stadsverwarmingsnetten om de energie-efficiëntie van die netten te verbeteren.

Daarnaast kan het Fonds worden ingezet om werknemers te helpen die door de klimaattransitie hun baan kwijtraken. Investeringen uit het Fonds kunnen onder meer worden gebruikt voor bij- en omscholing van werknemers en werkzoekenden, begeleiding van werkzoekenden bij het vinden van een (nieuwe) baan en actieve inclusie van werkzoekenden.

Meer informatie: