EU-Hof brengt jaarstatistieken 2023 uit en signaleert stijging van het aantal zaken en toename van rechtstreekse beroepen

Contentverzamelaar

EU-Hof brengt jaarstatistieken 2023 uit en signaleert stijging van het aantal zaken en toename van rechtstreekse beroepen

Het aantal aanhangig gemaakte zaken bij het EU-Hof en het EU-Gerecht stijgt structureel. Er is wederom een toename geconstateerd van het aantal aanhangige zaken in het afgelopen jaar, waarbij alle lidstaten zich tot het EU-Hof hebben gewend. Tevens kan een significante stijging van het aantal rechtstreekse beroepen worden geconstateerd. Het meest voorkomende onderwerp in prejudiciële aangelegenheden bij het EU-Hof in 2023 betrof zaken omtrent asielrecht.

Achtergrond
Deze cijfers, en andere relevante jaargegevens, blijken uit de op 22 maart 2024 gepubliceerde jaarstatistieken van het Hof van Justitie van de EU (hierna: EU-Hof) en het EU-Gerecht over het jaar 2023. De jaarcijfers bevestigen de stijgende tendens van het aantal aanhangig gemaakte zaken van het afgelopen decennium. Het gaat om een structurele stijging, welke het meest toonbaar is bij het EU-Hof. Tussen 2014 en 2018 kwamen er gemiddeld 723 zaken per jaar bij het EU-Hof binnen, waar dat tussen 2019 en 2023 833 zaken betrof. Dit is een gemiddelde stijging van 15 procent (110 zaken per jaar).

De jaarverslagen en jaarstatistieken van het EU-Hof en EU-Gerecht zijn hier terug te vinden.

Cijfers over- en thematiek in 2023
Het aantal zaken dat door het EU-Hof en het EU-Gerecht wordt behandeld en afgedaan is ook licht gestegen in het jaar 2023. Tussen 2019 en 2022 betrof dit 1167 zaken, en in 2023 waren dit er 1687. Deze zaken bestaan voor 90 procent uit prejudiciële verwijzingen en hogere voorzieningen. Een opvallende ontwikkeling is de toename van het aantal rechtstreekse beroepen. In 2021 waren er 29 nieuwe rechtstreekse beroepen, terwijl dit er in 2023 60 waren. Deze stijging kan mede uitgelegd worden door de toename van het aantal beroepen tot nietigverklaring (8 ingestelde beroepen in 2023 tegenover 2 in 2022). Zeven van deze beroepen werden ingesteld door Polen tegen handelingen van de Uniewetgever, voornamelijk op het gebied van milieubescherming en energie-efficiëntie.

Er zijn veel prejudiciële aangelegenheden geweest in 2023 op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (dit betrof 82 zaken), waarbij meer specifiek de thema’s asielrecht en de regelingen inzake internationale bescherming het vaakste voorkomen. Andere grote onderwerpen bleken -net zoals in 2022- belasting (53 zaken), consumentenbescherming (52 zaken) en vervoer (40 zaken) te zijn. De prejudiciële verzoeken werden in 2023 het meest ingediend door de Duitse rechterlijke instanties (in 93 zaken). In toenemende mate zijn de verzoeken afkomstig van rechterlijke instanties van Bulgarije, Polen en Roemenië.

Bevoegdheidsoverdracht van EU-Hof naar het Gerecht
Naar verwachting zal op zes specifieke gebieden de prejudiciële bevoegdheid van het EU-Hof overgedragen worden aan het EU-Gerecht. De definitieve datum van deze overdracht staat nog niet vast, maar eind 2023 hebben in dit kader de onderhandelingen over de wijziging van het Statuut van het EU-Hof plaatsgevonden (zie voor meer informatie hierover ook het recente persbericht van de Raad en dit ECER-bericht). De zes gebieden betreffen: btw, accijnzen, douanewetboek, tariefindeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur, de compensatie voor en bijstand aan passagiers bij vertraging of annulering van vervoersdiensten of instapweigering, en het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten. De gedeeltelijke overdracht van de prejudiciële bevoegdheid aan het EU-Gerecht (waar de capaciteit de afgelopen tijd is verdubbeld) moet gaan zorgen voor een evenwichtigere verdeling van de werklast tussen de twee rechterlijke instanties.

Meer informatie:
Persbericht Curia
ECER- website : EU-Hof
ECER-bericht : EU-Hof brengt jaarstatistieken 2022 uit (7 maart 2023)