EU-Hof buigt zich over homohaat bij Roemeense voetbalclub

Contentverzamelaar

EU-Hof buigt zich over homohaat bij Roemeense voetbalclub

De eigenaar van voetbalclub Steaua Boekarest wenst geen homoseksuelen in het team. Zakenman George Becali liet dat in niet mis te verstane bewoordingen weten in een radio-interview. Zijn uitspraken zijn in de ogen van velen verwerpelijk, maar de vraag is of de voetbalclub zelf hiermee ook een discriminerend aanwervingsbeleid voert. Een Roemeense rechter legt deze vraag voor aan het EU-Hof.

Het gaat onder andere om de volgende uitspraken van Becali:

„„Zelfs al zou ik Steaua anders moeten opheffen, zou ik geen homoseksueel in het team opnemen. Geruchten zijn geruchten, maar om nu zoiets te schrijven indien het niet waar is en het bovendien op de voorpagina te zetten . Misschien is het niet waar dat hij (de Bulgaarse voetballer X) homoseksueel is. En als hij het daarentegen wel is? Er is geen plaats van een gay in mijn familie en Steaua is mijn familie. In plaats van met een gay is het beter om met een junior te spelen, voor mij is dat geen discriminatie. Niemand kan mij verplichten om met iemand te werken. Zoals zij rechten hebben, heb ik ook het recht om te werken met wie ik wil”.
“Ook al zou God mij in een droom zeggen dat X voor 100 % geen homoseksueel is, zou ik hem niet nemen! In de kranten is te vaak geschreven dat hij homoseksueel is. Zelfs indien ŢSKA mij hem gratis zou geven, zou ik hem niet nemen! Hij zou de grootste ruziezoeker en de grootste dronkenlap mogen zijn ... maar als hij homoseksueel is, wil ik over hem niet meer over horen spreken!”

Een homorechtenorganisatie diende een klacht in bij de Roemeense raad ter bestrijding van discriminatie wegens discriminatie op grond van seksuele geaardheid. Volgens de klagers is inbreuk gemaakt op richtlijn 2000/78 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep. 

De verwijzende rechter haalt ook de uitspraak van het EU-Hof in de zaak Feryn aan, waarin het Hof oordeelde dat een werkgever die publiekelijk verklaart dat hij geen werknemers van een bepaalde etnische afstamming of van een bepaald ras zal aanwerven, discrimineert in de zin van artikel 2, lid 2, sub a, van richtlijn 2000/43/EG, aangezien dergelijke verklaringen voor bepaalde kandidaten een ernstige reden kunnen zijn om niet te solliciteren en dus een beletsel vormen voor hun toegang tot de arbeidsmarkt.

Volgens de Roemeense rechter biedt deze rechtspraak niet voldoende duidelijkheid over de strekking van het begrip rechtstreekse discriminatie op het gebied van de arbeid, nu de discriminerende uitlatingen afkomstig zijn van een persoon die een onderneming niet rechtens kan verplichten om rechtstreeks iemand aan te stellen, maar die vanwege zijn nauwe banden met die onderneming, op doorslaggevende wijze invloed zou kunnen uitoefenen op de beslissingen van de onderneming, of althans kan worden beschouwd als een persoon die in staat is de beslissingen op doorslaggevende wijze te beïnvloeden. Vervolgens wil de Roemeense rechter weten of de uitlatingen volstaan om te kunnen veronderstellen dat er sprake is van een discriminerend aanwervingsbeleid bij de voetbalclub en wat hierbij de bewijslast van Steaua is.

Meer informatie over deze nieuwe Hofzaak