EU-Hof buigt zich over loonsverlaging Portugese ambtenaren

Contentverzamelaar

EU-Hof buigt zich over loonsverlaging Portugese ambtenaren

Een Portugese rechter heeft het EU-Hof gevraagd zich uit te spreken over de toelaatbaarheid van de loonsverlaging die de Portugese regering heeft doorgevoerd in de overheidssector. Deze maatregel nam de Portugese regering om het begrotingstekort terug te dringen en te voldoen aan het stabiliteits- en groeiprogramma dat het land met de EU heeft afgesproken. De rechter stelt zijn vragen onder verwijzing naar het EU-Handvest, met name het discriminatieverbod (artikel 21) en het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden (artikel 31).

Het gaat om de nieuwe hofzaak C-128/12, Sindicatos dos Bancários do Norte ea.

Om het begrotingstekort terug te dringen, heeft de Portugese overheid besloten de salarissen van ambtenaren te verlagen.  Als gevolg van de Portugese Wet op de rijksbegroting is er met ingang van 1 januari 2011 bezuinigd op de salarissen van werknemers in de openbare sector. De maatregel betreft onder andere een vermindering van 10% van het loon. De Portugese regering stelt dat de maatregel noodzakelijk is om te voldoen aan de verplichtingen onder het Europese stabiliteits- en groeipact.

De loonsverlaging is aangevochten voor de Portugese rechter. De nationale rechter twijfelt over de verenigbaarheid van de bezuinigingen met het Unierecht en heeft hierover prejudiciële vragen verwezen naar het EU-Hof. De verwezen vragen hebben betrekking op de verenigbaarheid met het beginsel van gelijke behandeling, aangezien de maatregel alleen op werknemers in de overheidssector ziet. Ook vraagt de verwijzende rechter naar de toelaatbaarheid met het oog op het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden, dat is opgenomen in artikel 31 van het EU-Handvest