EU-Hof: geen rechtvaardiging voor Duitse en Oostenrijkse gokmonopolies

Contentverzamelaar

EU-Hof: geen rechtvaardiging voor Duitse en Oostenrijkse gokmonopolies

Het EU-Hof van Justitie heeft geoordeeld dat enkele Duitse deelstaatsmonopolies voor kansspelen op het internet niet gerechtvaardigd kunnen worden in het licht van het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging in de EU. Ook de Oostenrijkse regelgeving met betrekking tot concessies voor casino’s ging onderuit bij het EU-Hof wegens strijdigheid met de vrijheid van vestiging.

In 2008 werd in een ‘verdrag’ tussen de Duitse Länder bepaald dat in heel Duitsland het aanbieden van kansspelen op internet of het bemiddelen daarvan verboden is. De Länder hadden in een verdrag uit 2004 een staatsmonopolie ingesteld. Deze wetgeving werd aangevallen door verschillende gokbedrijven uit andere lidstaten zoals het Oostenrijkse Web.coin, het Maltese Tipico en het Britse Happy Bet.

Eerdere jurisprudentie van het EU-Hof maakte duidelijk dat staatsmonopolies op kansspelen gerechtvaardigd kunnen zijn vanuit een oogpunt van algemeen belang. Het Hof oordeelde bijvoorbeeld in juni dat het Nederlandse kansspelbeleid door de beugel kan.

Het Duitse systeem voldoet echter niet, zo blijkt nu. Dat komt vooral omdat de deelstaten onvoldoende coherent en consistent het gokken beperken. De Duitse monopolisten maken uitgebreid reclame die er niet meer op gericht lijkt te zijn de goklust te kanaliseren. En daarnaast is het beleid ten aanzien van casino’s en gokautomaten zeer tolerant.

De hoogste Duitse rechter, het Duitse Bundesverfassungsgericht, had eerder ook al vastgesteld dat de Duitse gokmonopolies in strijd zijn met de Duitse Grondwet. En een hogere rechter dan de verwijzende rechter had vastgesteld dat het gokbeleid in strijd was met het vrije dienstenverkeer binnen de EU. Echter, de deelstaten hadden van deze rechters een overgangstermijn gekregen om op orde op zaken te stellen. Maar zo’n overgangstermijn kan helemaal niet, zo oordeelt het EU-Hof nu in de zaak Winner Wetten. Als een nationale rechter een situatie in strijd acht met het vrije dienstenverkeer, dan moet hij de nationale wetgeving meteen buiten toepassing laten.

Een beperkte overgangstermijn alleen voor loterijen en voorzien van strikte voorwaarden, kan volgens het EU-Hof in de zaak Carmen Media Group wel worden toegelaten wanneer de nationale wetgeving een verbod op kansspelen invoert. Buitenlandse aanbieders die voorheen via internet legaal loterijen mochten aanbieden, krijgen zo de gelegenheid om te schakelen.

In de zaak Markus Stoss heeft het EU-Hof verdere invulling gegeven aan het vereiste van coherentie en consistentie bij het beteugelen van de goklust. Een gokmonopolie kan niet gerechtvaardigd worden, wanneer

  • de reclame die de houder van een dergelijk monopolie voert voor andere soorten kansspelen die eveneens door hem worden aangeboden, niet beperkt blijft tot wat nodig is om de consument in de richting van het aanbod van deze monopoliehouder te sturen door hem van niet toegestane circuits van kansspelen weg te leiden, maar beoogt de goklust van de consument aan te moedigen en hem ertoe aan te zetten actief aan kansspelen deel te nemen, om de verwachte inkomsten uit deze activiteiten te maximaliseren,

  • dat andere soorten kansspelen mogen worden geëxploiteerd door particuliere marktdeelnemers die over een vergunning beschikken, en

  • dat de bevoegde autoriteiten op het gebied van andere soorten kansspelen, waarvoor dit monopolie niet geldt en die bovendien een groter verslavingsrisico inhouden dan de spelen waarvoor dit monopolie geldt, een beleid voeren of gedogen dat gericht is op een uitbreiding van het aanbod, waardoor de spelactiviteiten zich verder ontwikkelen en worden gestimuleerd, met name om de inkomsten daaruit te maximaliseren,

In het arrest Engelmann buigt het EU-Hof zich over de Oostenrijkse regelgeving voor de verlening van casinoconcessies. In Oostenrijk is bij wet geregeld dat de overheid twaalf concessies uitgeeft voor de exploitatie van casino’s. Hiervoor komen volgens de wet enkel Oostenrijkse bedrijven in aanmerking. Op dit moment zijn alle twaalf concessies in handen van één Oostenrijks bedrijf: Casinos Austria AG. Volgens het EU-Hof kunnen de lidstaten wel bepaalde eisen stellen aan de concessie verlening om te frauduleus en crimineel gedrag te voorkomen, maar een categoriale uitsluiting van bedrijven die hun zetel in een andere EU-lidstaat hebben is in strijd met de vrijheid van vestiging in de EU. Bovendien is het feit dat de concessies niet worden aanbesteed in strijd met de vrijheden van vestiging, dienstverrichting, het beginsel van gelijke behandeling en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit, zo oordeelt het EU-Hof in het arrest Engelmann.