EU-Hof: gezinsbijslagen voor gedetacheerde werknemers en seizoenarbeiders

Contentverzamelaar

EU-Hof: gezinsbijslagen voor gedetacheerde werknemers en seizoenarbeiders

Het EU-Hof heeft bepaald dat de bevoegdheid van lidstaten om gezinsbijlagen toe te kennen aan migrerende werknemers niet kan worden uitgesloten, ook als een andere lidstaat hiervoor bevoegd is op grond van het EU-recht. Het toekennen van de gezinsbijlagen draagt bij aan het doel om het vrij verkeer van werknemers te vergemakkelijken.

Het gaat om de zaken C-611/10  Hudzínskí, en C-612/10 Wawrzyniak

Hudzinski en Wawrzyniak zijn twee Poolse staatsburgers die in Polen wonen en daar sociaal verzekerd zijn. Beiden hebben voor een bepaalde periode in Duitsland gewerkt als seizoenarbeider of als gedetacheerd werknemer. Nadat beide werknemers hadden verzocht in Duitsland als onbeperkt belastingplichtig te worden behandeld, hebben zij aan de Duitse staat kinderbijslag gevraagd voor de periode waarin zij in Duitsland hebben gewerkt.

Het Duitse Bundesfinanzhof heeft vervolgens het Hof gevraagd of het Unierecht het toestaat dat Duitsland gezinsbijlagen toekent, als de Duitse wetgeving niet op de procedure van toepassing is omdat Duitsland niet de bevoegde lidstaat is in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op migrerende werknemers. Daarnaast wordt aan het Hof gevraagd of een lidstaat het recht op gezinsbijlagen mag uitsluiten wanneer in een andere lidstaat een vergelijkbare uitkering kan worden verkregen.

Het Hof overweegt in deze zaak allereerst dat het Unierecht het toestaat dat Duitsland gezinsbijlagen toekent aan belastingplichtigen die niet in Duitsland hun gebruikelijke verblijfplaats hebben. Door het toekennen van gezinsbijlagen wordt namelijk aan migrerende werknemers ruimere sociale bescherming geboden dan in beginsel uit het Unierecht voortvloeit. Voorbeelden zijn de verhoging van de levensstandaard en verbetering van de arbeidsomstandigheden van migrerende werknemers. Deze uitleg van het recht draagt bij aan de doelstellingen van de EU.

Vervolgens overweegt het Hof in deze zaak dat het toepassen van een anticumulatieregel – die leidt tot uitsluiting van kinderbijslag wegens het bestaan van een vergelijkbare uitkering in een andere staat – een belangrijk nadeel kan vormen waardoor de facto een veel groter aantal migrerende werknemers wordt getroffen dan ingezeten werknemers. Het Hof bepaalt daarom dat de nationale rechter hierover mag oordelen.