EU-Hof: Gratis wifi met wachtwoord

Contentverzamelaar

EU-Hof: Gratis wifi met wachtwoord

Een winkelier die het publiek gratis wifi biedt, is niet aansprakelijk voor inbreuken op het auteursrecht door een gebruiker. Een wifi-aanbieder kan wel het bevel worden opgelegd om zijn netwerk te beveiligen met een wachtwoord om die inbreuken te beëindigen of te voorkomen. Dat is het antwoord van het EU-Hof op vragen van een Duitse rechter.

Het gaat om het arrest Van het EU-Hof van 15 september 2016 in zaak C-484/14, Tobias Mc Fadden / Sony Music Entertainment Germany GmbH.

Tobias Mc Fadden is de bedrijfsleider van een bedrijf in licht- en geluidstechniek, waar hij het publiek gratis toegang verschaft tot een wifinetwerk om de aandacht van potentiële klanten op zijn waren en diensten te vestigen. In 2010 is een muziekwerk waar Sony de auteursrechten van bezit via dit netwerk illegaal voor het downloaden aan het publiek aangeboden. Het Landgericht München I (regionale rechtbank te München, Duitsland), waarbij het geding tussen Sony en Mc Fadden aanhangig is, is van oordeel dat de laatstgenoemde niet zelf inbreuk op de betrokken auteursrechten heeft gepleegd. Het Landgericht verklaart echter te overwegen Mc Fadden voor die inbreuk indirect aansprakelijk te houden omdat zijn wifinetwerk niet beveiligd was. Het Landgericht twijfelt echter over de vraag of de richtlijn 2000/31 inzake elektronische handel zich tegen een dergelijke indirecte aansprakelijkheid verzet en heeft het Hof een aantal vragen voorgelegd.

De richtlijn sluit namelijk de aansprakelijkheid van tussenpersonen uit voor een door een derde geïnitieerde onrechtmatige activiteit, wanneer zij als „doorgeefluik” voor informatie fungeren (ook wel „mere conduit” genoemd). Voor die uitsluiting van aansprakelijkheid gelden drie cumulatieve voorwaarden, namelijk dat 1) het initiatief tot de doorgifte niet bij de dienstverlener ligt, 2) de ontvanger van de doorgegeven informatie niet door de dienstverlener wordt geselecteerd en 3) de doorgegeven informatie niet door de dienstverlener wordt geselecteerd of gewijzigd.

In zijn arrest stelt het EU-Hof om te beginnen vast dat de gratis terbeschikkingstelling aan het publiek van een wifinetwerk om de aandacht van potentiële klanten te vestigen op de waren of diensten van een winkel een onder de richtlijn vallende „dienst van de informatiemaatschappij” is.

Vervolgens bevestigt het EU-Hof dat wanneer de drie hierboven vermelde voorwaarden zijn vervuld, een dienstverlener die, zoals Mc Fadden, toegang verschaft tot een communicatienetwerk, niet aansprakelijk is. Daarom kan de houder van auteursrechten van die dienstverlener geen vergoeding vorderen op grond dat het netwerk door derden is gebruikt om inbreuk op zijn rechten te plegen. Omdat een dergelijke schadevordering niet kan slagen, is ook uitgesloten dat de rechthebbende kan verzoeken om vergoeding van de kosten van ingebrekestelling en de gerechtskosten in verband met die vordering.

De richtlijn staat er daarentegen niet aan in de weg dat de rechthebbende een administratieve autoriteit of een nationale rechtbank verzoekt om een dergelijke dienstverlener het bevel te geven om een inbreuk op het auteursrecht door zijn klanten te beëindigen of om dergelijke inbreuken te voorkomen.

Ten slotte oordeelt het EU-Hof dat een bevel op grond waarvan de internetaansluiting moet worden beveiligd door middel van een wachtwoord een evenwicht kan verzekeren tussen, enerzijds, de intellectuele-eigendomsrechten van de rechthebbenden en, anderzijds, de vrijheid van ondernemerschap van de wifi-aanbieders en het recht op vrijheid van informatie van de netwerkgebruikers. Het Hof merkt met name op dat een dergelijke maatregel de gebruikers van een netwerk ervan kan weerhouden om inbreuk te maken op intellectuele-eigendomsrechten. In dat verband benadrukt het Hof niettemin dat, om te verzekeren dat dit afschrikkend effect aanwezig is, het noodzakelijk is dat de gebruikers, om te vermijden dat zij anoniem handelen, worden verplicht hun identiteit bekend te maken alvorens zij het vereiste wachtwoord kunnen verkrijgen.

Het EU-Hof volgt daarmee niet de conclusie van Advocaat-Generaal Szpunar, die een wachtwoordbeveiliging een te vergaande inbreuk op vrijheid van informatie van de netwerkgebruikers vond.

Volgens het EU-Hof sluit de richtlijn elektronische handel echter uitdrukkelijk uit dat een maatregel wordt vastgesteld die ziet op de controle van de via een bepaald netwerk doorgeven informatie. Ook zou een maatregel als het volledig blokkeren van de internetaansluiting zonder de vaststelling te overwegen van maatregelen die de vrijheid van ondernemerschap van de wifi-aanbieder minder aantasten, de rechten van de verschillende belanghebbenden niet met elkaar kunnen verzoenen.

Meer informatie: